Bjjlage 52
I
'j
i:
Daar op verzoek van het Kijk in het vereeniging^jaar veran
dering is gebracht en dit thans, volgens de gewijzigde statuten, van
1 Januari tot uit. December loopt, heeft dit jaarverslag betrekking
op de laatste 3 maanden van 1914 en het geheele jaar 1915.
ZES EN VIJFTIGSTE VERSLAG van den toestand
der Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gra-
venhage over 1914 1915.*)
De Academie eu haar bestuur leden tegen het eind van
het verslagjaar een gevoelig verlies door liet uittreden van
het raadslid, tevens onder voorzitter en voorzitter van de
commissie voor het onderwijs, den heer C. H. Peters, in
wiens besluit om wegens gezondheidsredenen ontslag te
nemen, het bestuui; slechts noode kon berusten. De heer
Peters heeft gedurende een lange reeks van jaren de Aca
demie gediend met zijn warme belangstelling voor het vak
onderwijs, zijn kennis en ervaring en zijn bereidvaardigheid
om uit zijn belangrijke verzamelingen de bouwstoffen af te
staan voor leerrijke tentoonstellingen, die in den loop der
jaren in de Academie zijn gehouden. Aan de onlangs tot
stand gekomen hervorming en uitbreiding van het onder
wijs en aan de nieuwe bestuurs-reorganisatie heeft de heer
Peters nog een belangrijk aandeel genomen. De diensten
door den heer Peters aan de Academie bewezen zullen bij
den Raad van bestuur in dankbare herinnering blijven.
In de vacature was aan het einde van het verslagjaar nog
niet voorzien.
De ledenvergadering van 20 October 1914 benoemde in de
plaats van het raadslid prof. Henri Evers, die, zooals reeds
in het vorig verslag gemeld werd, wegens drukke werk
zaamheden ontslag had genomen, den heer C. W. Lunsingh
Scheurleer, bankier te ’s-Gravenhage, die den lOen Novem
ber d.a.v. door het bestuur tot penningmeester werd be
noemd, in de plaats van het raadslid den heer N. H. Klaas-
sen, die, na gedurende een reeks van jaren de geldmiddelen