52
4
VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.
geest, waardoor deze inrichting uit een toestand van kwij-
ning tot nieuwen bloei is gebracht; erkend ook Springers
verdienste ten opzichte van het technische onderwijs.
Doch, al was hiermede een juist beeld van den overledene
gedurende zijn laatste» werkkring gegeven, voor hen, die
Springer in zijn vroeger leven hadden gekend, miste het
beeld volledigheid en kon het uiteraard niet anders zijn,
omdat zijn figuur als scheppend kunstenaar er aan ontbrak
en moest ontbreken.
Alvorens dan het antwoord op de gestelde vraag te geven,
verplaatsen wij ons in gedachten naar dien vriendelijken
doodenakker, waar velen onzer zoo kort geleden bij het open
graf stonden.
Wij zien daar nog voor ons de groote schare van hier en
elders saamgestroomd, die op zoo ondubbelzinnige wijze van
deelneming blijk gaf. Deelneming, die niet was een bloot
vertoon, een conventioneele vorm doch die voortkwam
uit drang des harten, uit volle sympathie, uit genegenheid
en eerbied.
Daarvan sprak ook de waardeering van het corps docen
ten van de vertegenwoordigers van kunstenaars- en
arehitectenkringen. Waardeering vooral van de jongste
generatie, de vele leerlingen der Academie, aandoénlijk
door de ongeveinsde genegenheid, de groote achting voor
hun Directeur.
Treffend bovenal was de aanwezigheid van talrijke man
nen van naam, autoriteiten op verschillend gebied kun
stenaars, vakmannen, die, hoewel sinds jaren met Springer
niet meer in aanraking, hem in vroegeren tijd hadden ge
kend en behoefte gevoelden hem de laatste eer te bewijzen.
Dit alles wekte wel het besef, dat in Springer was heen
gegaan een man van naam, een figuur, een kunstenaar van
grootere beteekeuis dan door velen uit zijn omgeving in
lateien tijd is vermoed. Springer als kunstenaar te doen
kennen, was de aanleiding tot deze tentoonstelling.
Spreker brengt dank aan de gastvrijheid voor Springer’s
werk in dit gebouw verleend, meer in ’t bijzonder aan de
heeren docenten Jansen, Ros, de Clercq, Meyburg, van
Breen, aan wier goede zorgen de inrichting dezer tentoon
stelling is te danken. Dank allermeest aan haar, die wel
willend bet werk van haar echtgenoot afstond.
Als toelichting moge slechts dienen, dat uit het vele door
Springer gewrocht, slechts een keuze kon worden gedaan.
Zoo zijn werken uit verschillenden tijd en van verschillen
den aard bier bijeen: uitgevoerde werken van architectuur,
waaronder openbare gebouwen, particuliere woningen,
heerenhuizen, villa’s te Amsterdam en elders. Aanwezig is