155
Verzekering van het personeel.
1°. Grachten en vaarten.
2°. Vaartverbetering.
3°. Waterverversching.
d. Rivieren, kanalen, vaarten en bübehoorende werken,
als: waterkeeringen, overlaten, lijnpaden, sluizen,
duikers, beschoeiingen, los- en laadplaatsen,
bruggen, enz.
Aangaande de exploitatie en het onderhoud van de
werken der waterverversching valt het volgende mede
te deelen:
Ook in het jaar 1915 bleef de Gemeente verzekerd
tegen het ongevallenrisico van het personeel bij de
Gemeenteplantsoenen, hetwelk niet valt onder de „On
gevallenwet 1901” bij de „Tuinbouw-Onderlinge”, ver-
eeniging uit den Nederlandschen Tuinbouwraad tot het
onderling dragen van het bedrijfsrisico, die in alle op
zichten aan hare verplichtingen voldeed.
Het baggeren en op diepte houden van de vaarten en
grachten geschiedde in eigen bekeer.
Er werd 7.830 Ms. grond en 20.272 M3. bagger
uit de grachten verwijderd.
Van de uitgebaggerde specie werd aan particulieren
verkocht voor f 2704,20 en aan de Gemeenteplantsoenen
voor f 67,20, terwijl aan de Openbare Reiniging en de
Gemeenteplantsoenen geleverd werd voor een waarde,
respectievelijk van f 1433,75 ep f 90,
De onteigening ten behoeve van de verbreeding der
spoorbanen naar Rotterdam en Scheveningen had
voortgang.
De bestekken voor de verhooging dezer lijnen en
bouw der 3 viaducten zijn bij de H. IJ. S. M. in be
werking.
Een gedeelte Laakhaven tusschen het Calandplein en
de spoorbaan der H. IJ. S. M. werd ontgraven.