52 9 De Raad van bestuur bleef ook in het afgeloopen jaar cursus op te heffen en enkele van de .leerlingen, die blijken van goeden wil en ijver hadden gegeven, te doen inschrij ven voor het bouwkundig teekeneu op den e.k. avondcursus. In den loop van de maand September 1.1. kwam een aan vrage in van het Comité tot ontwikkeling en ontspanning van gemobiliseerde!)” om aan militairen gelegenheid te ge ven aan de Academie onderwijs te ontvangen. Voorloopig kan gemeld worden, dat aan meer dan honderd personen die gelegenheid is verstrekt. Het onderwijs werd belange loos gegeven door de leeraren H. van der Kloot Meyburg (hoofdleeraar), S. de Clercq, J. D. Ros, M. J. Schild, P. J.. den Hertog, C. Kejjzer, L. de Munnik, P. van der Knaap, B. de Haan, N. van der Drift en Z. de Nooy. De heer Huib Luns, hoofdleeraar aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rot terdam, hield in het Winterseizoen een reeks voordrachten over onderwerpen van de kunstgeschiedenis: de Italiaau- sehe renaissance (4), Albert Dürer en zijn tijd, de Neder landsche schilderschool der 17de eeuw, het Nederlandsche kindschap en zedenschilderij der 17de eeuw, Petrus Paulus Rubens, Rembrandt. Deze cursus werd op tusseheiiliggende Zaterdagmiddagen afgewisseld door voordrachten van dr. R. Jacobson, over de kathedraal van Reims; S. de Clercq, causerie over de kasteden in Touraine; Henri Borel, eenige karaktertrekken van de Chineesche schilderkunst; C. W. Lunsingh Scheur leer, over Grieksche beeldhouwkunst en F. Zwollo, over edelsmeedkunst. Deze voordrachten met lichtbeelden werden bijgewoond door de leerlingen der hoogere klassen en waren ook voor de leden der Academie en het publiek toegankelijk. Behalve de gewone jaarlijksche tentoonstelling van het werk der leerlingen, zijn in het afgeloopen jaar vanwege de Academie vier buitengewone tentoonstellingen gehou den: 12—14 Dec. 1914, van teekeningen van Augustinus Ter- westen en andere Haagsche kunstenaars uit de 2e helft der 17de eeuw; 26 Dec.3 Jan. 1915, van studiën van oud-leer- lingen der Academie; 2325 Jan., oud-Nederlandsche steden; 2022 Maart, de Nederlandsche renaissance. Ook zij herinnerd aan de door het Hoofdcomité voor de oprichting van een standbeeld van Koning-Stadhouder Willem III in de groote zaal der Academie gehouden ten toonstelling van ontwerpen voor dat monument. VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1492