52 J 19 VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. De leeraar J. van Breen maakte twee excursies naar Leiden. De eerste had plaats op 8 December 1914. Aan deze excursie namen deel 11 leerlingen van het 2de studiejaar en 2 van het 3de studiejaar M. O. De 3e excursie leidde het hoogste studiejaar van Afd. V, onder den heer de Clercq, naar Amsterdam. Een 25-tal leerlingen begaf zich na aankomst naar het vroegere Raad huis thans Paleis op den Dam, alwaar gedurende anderhalf uur de heer A. W. Weissman, bekend auteur over Neder- landsehe kunsthistorie, het gezelschap tot onderhoudenden en zaakkundigen gids strekte. Een woord van dank zij hier den welwillenden leidsman gebracht. Als contrast tegen den bekleedingsstijl van dit bouwwerk werd daarna, ook inwendig, de Koopmansbeurs van den bouwmeester Berlage bezocht, om vervolgens in het uit wendige van het Scheepvaarthuis, de Kinderziekenhuis vleugel en het Laboratorium Hugo-de-Vries, allen van den bouwmeester Van der Mey, te zien, hoe de constructieve richting weer door een meer decoratieve schijnt te zullen worden gevolgd. De verscheidene oorzaken van deze stijl wisseling, en.de verschillende appreciaties, die zij opwek ten, vormden een leerrijk deel van deze beschouwingen. Naast deze bouwwerken werden nog bekeken: het in wendige van de Portugeesche Synagoge, en het Museum de Amstelkring; het uitwendige van de Oude- en de Zuider- kerk, de Waag, het Rembrandtshuis, het Arsenaal, het Oost-Indische huis, het Prinsenhof, het Trippenhuis en het huis aan de Drie Grachten. Ten slotte bestond er, indien men wenschte, gelegenheid het Rijks Museum te bezoeken, hoewel de tijd reeds ver ge vorderd was, bij al ’t geen reeds was genoten. gang kou worden gemaakt door al die charmante bijver trekken, bij de kerkelijke gemeente in gebruik, die van deze hoofdkerk iets zeer bijzonders maken. Het was zoowel uit een onderwijs- als uit een picturaal oogpunt hèt oogenblik en hèt monument van den dag. De namiddag werd gewijd aan: Stadhuis met het ver nieuwde torentje, de huizen op de Groote Markt, waaronder de Vleeschhal, het Proveniershofje in de Houtstraat, de Nieuwekerks-toren, en de Binnenhof van het Hals-Museum, om met de Spaarnwouderpoort te eindigen. Naast de Romaansche kunst kreeg dus deze klasse door ’t aanschouwen van Nederlandsche monumenten, ook een helder beeld van de Gothiek als tijdperk in de kunst geschiedenis.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1502