53
11
Personeel.
1.
ver
wijl de Commissie op grond van artikel 97 der Wet tot
Op den lsten Januari 1916 waren alle hoofden-vacaturen,
zoowel bij het openbaar, als bij het bijzonder lager onderwys,
in den loop van het vorige jaar ontstaan, vervuld.
Wat aangaat de mutaties bij het overige personeel,
wyzen wij wederom naar de Algemeene Tabel (Letter D).
1
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
De wijze. waarop de leden van het personeel hunne taak
vervullen, wordt, behoudens een enkele uitzondering, door
de hoofden gunstig, door een zelfs ideaal” genoemd.
Een der hoofden vermeldt, dat er groote verschillen tus-
sehen de leden van het personeel bestaan, wat toewijding
en takt betreft. Een ander hoofd deelt mede, dat enkelen er
aan herinnerd moeten worden, op tijd aanwezig te zijn, terwijl
op een derde school stiptheid en yver te wenschen overlaten.
Het oordeel der sub-Commissies over ijver, plichtsbetrachting
en geschiktheid der hoofden luidt over het algemeen waar-
deerend. Ook ten opzichte van onderwijzers en onderwijze
ressen heerscht hieromtrent, op een enkele uitzondering na,
groote tevredenheid.
Onze opmerking uit vorige jaarverslagen, moge hier
wederom eene plaats vinden.
„Vaak komt het voor, dat hoofden bij het bezoek der
Commissieleden afwezig zijn (zonder dat de betrokken sub
commissie daarvan kennis draagt), eene omstandigheid, die
alhier dikwijls wordt veroorzaakt door de benoeming van
hoofden in commissies vanwege de Gemeente of het Rijk.
Onze Commissie zou het in het algemeen wensehelyk
achten, wanneer Burgemeester en Wethouders maatregelen
konden treffen, waardoor in het belang van het onderwijs
wat minder beslag werd gelegd op den tjjd der hoofden
„voor anderen gemeentedienst” doch in allen gevalle zij. die
benoemd worden in examencommissies vanwege het Rijk,
bovendien niet werden belast met functies, waardoor zij onder
schóól tijd moeten worden gemist.”