53
109
IV. Leerlingen.
aan
180
geheel hebben zich dus aangemeld 592 jongens en
de resultaten by allen niet gelyk; by den een beter dan bij
den ander; een gevolg van grooter bekwaamheid, van meer
zorg en van een aangenamer optreden tegenover de leerlingen,
waardoor zy meer belangstelling en vertrouwen wekken.
Over ’t geheel kan men echter tevreden zijn over de resul
taten van 't onderwys aan de herhalingsscholen.
234
67
C en D 81
In ’t
913 meisjes, samen 1505 leerlingen. Van deze werden toege
laten 552 jongens en 878 meisjes, in ’t geheel 1430 leerlingen.
Afgewezen zyn 39 jongens en 35 meisjes, terwijl een jongen,
hoewel toegelaten, niet is opgekomen. Vergeleken bij het
vorige jaar, toen 677 jongens en 775 meisjes het onderwys
volgden, is er dus een achteruitgang van 125 jongens tegen
over een vermeerdering van 103 meisjes, een teruggang
van 22 leerlingen. Geen opwekkend verschijnsel, waar reeds
het vorige jaar een teruggang van 149 leerlingen plaats vond.
Een der rapporten schryft de oorzaak toe aan het nalaten
van de gebruikelijke bekendmakingen. Maar, waar de ver
mindering in aantal leerlingen reeds in het vorige jaar in
nog sterker mate werd opgemerkt, moeten er ook andere
redenen bestaan. Uwe sub-Commissie vraagt zich af, of deze
o. a. ook gezocht moeten worden in gebrek aan leerlust bij
het opkomend geslacht, of in een mindere belangstelling
van de zijde der ouders. Is dit het geval, dan moet zij nog
maals wijzen met steeds sterkeren aandrang op het genees
middel Uitbreiding van den leerplicht, ook voor het
herhalingsonderwijs.
en
voor de scholen C
D:
B:
210 jongens en 600 meisjes,
133
Voor den cursus van het herhalingsonderwys, die met
1 Oct. 1914 aanving, meldden zich
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
r>
n
r»
n
n