53
129
Coëducatie treft men aan op 31 bijzondere scholen. Uitslui
tend mannelijke leerlingen komen voor op 19 scholen, terwyl
op 17 scholen de bevolking uitsluitend uit meisjes bestaat.
Weder vinden op 2 meisjesscholen jongens een plaats,
resp. 4 en 5 in de lagere klassen.
Met uitzondering van 3 waren op alle R.-K. scholen de
meisjes van de jongens gescheiden.
Coëducatie heeft plaats op de school der stichting van het
H. Hart, Beeklaan 184, hoofd: mej. A. M. B. G. Bogaers:
85 jongens en 436 meisjes; op de school der Parochie van
den H. Antonius Abt aan de Cornelis-Jolstraat 117, hoofd:
de heer C. L. Wesseling: 246 jongens en 202 meisjes; terwijl
op de school derzelfde Parochie aan de Kerklaan 1, hoofd
de heer F. A. C. van Stekelenburg, werden geteld 171
jongens en 175 meisjes.
Schoolverzuim. Negen hoofden van bijzondere scholen ver
schaften in het geheel geen opgave omtrent het schoolverzuim,
4. Leerlingen en Onderwijs.
Standvastig bleef het getal leerlingen op 27 van de 67
bijzondere inrichtingen voor onderwijs.
Toename berichten de hoofden van 24 scholen (vorig jaar
26). Het hoogste getal bedroeg 70, daling had plaats op
8 scholen (vorig jaar 6) met 225 leerlingen.
De totale vermeerdering en vermindering vindt men op
pagina 8, Hoofdstuk I van dit Verslag.
Over de correctie van het schriftelijk werk wordt weder
getuigd, dat zy goed is.
Werd het vorig jaar door eene sub-Commissie met betrek
king tot een enkele school medegedeeld, dat de correctie
in een paar klasse met veel zorg geschiedde, thans meldt
eene andere sub-Commissie, aangaande een andere school,
dat in de hoogere klassen de correctie beter kon zyn.
Weder had op geen enkele school de correctie uitsluitend
onder schooltijd plaats, doch onder en na de lesuren op 35
en na de lessen op 25 scholen. Omtrent 12 scholen kwram
geene opgave in.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
9