53 163 Aan statistieken hechtten deze leden over het algemeen weinig waarde: deze toch dienen iederen heer, in het byzonder hier, waar de verschillen zoo gering zyn. Eindelyk waren alle tegenstanders van een examen van meening, dat de eischen, welke men aan de hoogere burger- schoolleerlingen nu reeds stelt, om naar een hoogere klasse over te gaan en die achtte men niet gering nog meer zullen worden opgedreven, indien men al voor de toelating een voor die kinderen vry moeilijk examen vordert. Op deze wyze zal ook het eind-examen steeds meer in moeilijk heid toenemen, want het programma is byzonder rekbaar. Verzwaring der eischen voor toelating beteekent meer ellende op de lagere school: minder vry, meer lessen, meer zenuwziekte. Behoud van het tegenwoordige stelsel werd daarom door deze leden warm bepleit. Het andere deel der Commissie daarentegen toonde zich niet zoo bevreesd voor een examen, op oordeelkundige wyze afgenomen, volgens de vóór enkele weken nieuw geformu leerde eischen, en noemde het gevaar van toenemende zenuwachtigheid der leerlingen vry denkbeeldig, ten minste zeer overdreven. Wel degelijk werd het aanleggen van een maatstaf tot vaststelling van het kennen en kunnen noodzakelijk geacht en oordeelde men een daartoe doelmatig ingericht examen het juiste middel. Een goed examinator, zeide men, vordert geen kennis, die door afjakkeren” en „inpompen” is verkregen en bovendien zyn de eischen thans zóó gesteld, dat normale leerlingen der lagere school, zonder voor het examen „geprepareerd” te worden, daaraan kunnen voldoen. Wel was ook dit deel der Commissie er voor, het exami- neeren tot een minimum te beperken en dus tegen een voor alle leerlingen volledig mondeling en schriftelijk examen (punt b); men achtte een bevredigenden uitslag van een schriftelijk onderzoek voldoende, doch ook voor een gelijk matige beoordeeling der candidaten noodig. Een correctief Wyve daarbij het Rapport der lagere school. VERSLAG LAGER ONDERWIJS

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1669