I
■r
53
164
Namens de Plaatsélijke Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs,
(w.g.) A. van Rij, Onder-Voorzitter.
B, van der Esch, Secretaris.
Wy meenen, door bovenstaand relaas van het verhandelde
te Uwer kennis te brengen, het negatieve resultaat der
besprekingen te hebben toegelicht.
Men vertrouwde, dat ook de hoofden der openbare en
bijzondere burgerscholen met deze regeling meer tevreden
zouden zijn dan met die van tegenwoordig.
Een der leden zoude de verplichting wenschen te zien
toegevoegd, dat alleen candidaten met toestemming van hun
schoolhoofd tot het examen konden worden toegelaten.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage.
Toen ten slotte gestemd werd over de drie door Uw
College aangegeven vraagpunten, bleken de beide hoofd-
inrichtingen ieder zoo sterk vertegenwoordigd, dat geen
beslissing kon worden genomen aangaande de vraag, welke
van de drie stelsels het best werd geacht. Voor geen der
drie systemen werd een meerderheid gevonden.
Vraag a: .behoud van het tegenwoordige stelsel” werd
ontkennend beantwoord met 14 stemmen tegen, 13 vóór en
2 in blanco (samen 29 stemmen).
Vraag b: „wederinvoering van een volledig examen voor
alle candidaten”, kon by niemand instemming vinden, terwyl
vraag c: „stelsel-Ninck Blok” door 13 van de 29aanwezige
leden in bevestigenden zin werd beantwoord; 16 leden
stemden tegen of in blanco.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS