174
III.
Begraafplaatsen.
IV.
Het verloop van sommige ziekten naar de verschil
lende straten is vermeld in de tabel, opgenomen als
bijlage 23.
1°. Eenige byzonderheden, betreffende de Algemeene
Begraafplaats, treft men aan onder Hoofdstuk V. B. e,
alwaar tevens wordt aangetroffen eene opgave van het
aantal grafkelders en graven, welke in gebruik zijn
afgestaan, zoomede de opbrengst van de Begrafenis
rechten.
2°. In het afgeloopen jaar werden begraven
op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1482 lijken;
op de bijzondere begraafplaats der Roomsch-Katho-
lieke gemeente 1112 overledenen, waaronder 33 Belgische
vluchtelingen;
op die der Nederlandsch-Israëlietische gemeente aan
den Scheveningscheweg de lijken van 3 mannen, 6
vrouwen, 16 kinderen en 6 levenloos geborenen en op
de begraafplaats aan den Leidschen straatweg de lijken
van 39 mannen en 35 vrouwen;
op die der Nederlandsch Portugeesch-Israölietische
gemeente 4 lijken;
op de begraafplaats „Ter Navolging” te Scheveningen
2 lijken;
op de begraafplaats „Eik en Duinen” (oud) de lijken
van 460 personen, waarvan 410 uit ’s-Gravenhage;
op de begraafplaats „Nieuw-Eykendtiynen” 692 lijken.
De controleerend geneeskundigen bij den Gemeente
lijken geneeskundigen dienst D. F. van Duijl, T. van
den Hoorn en Jhr. F. A. van Suchtelen werden ook
voor het jaar 1916 belast met het verrichten van de
ofticieele doodschouw, in de gevallen van overlijden,
waarin geene schriftelijke verklaring van een geneesheer
kan worden overgelegd.
Gast-, Ziekenhuizen, enz. en Krankzinnigengestichten.
\\;M het gemeenteziekenhuis betreft, verwijzen wij naar
het verslag van de Commissie van bijstand in het
beheer van de zaken betreffende de openbare gezond
heid en het gemeenteziekenhuis, waarby een uitvoerig