53
178
’s-Gravenhage, 15 December 1915.
By apostille No. 25222/36964, d.d. 9 November j.l., ontving
onze Commissie van üw College ten fine van kennisneming
een vijftal beschikkingen, die noodig waren geworden, door
dat het schoolgebouw aan de Sirtemastraat No. 179 met
ingang van 4 November daaraanvoorafgaande voor de inle
gering van troepen ter beschikking van de militaire autori
teit was gesteld.
De mededeeling van bovengenoemde besluiten in onze
openbare vergadering van den 7en December 1915 gaf een
der leden aanleiding, een krachtig protest te doen hooren
tegen de hernieuwde onttrekking van een schoolgebouw
aan zyne bestemming, in verband met de missive, die 12
October j.l. onder nummer 226 aangaande dit onderwerp
aan Uw College was gezonden en waarby onze Commissie
op te voren genoemde gronden de eer had, „er by Uw College
beleefd op aan te dringen, die maatregelen te willen nemen,
welke er toe leiden, om binnen den kortst mogelyken tyd
het geheele lager onderwijs weder zyn normalen gang te
doen gaan” en zich vervolgens tevens de vryheid veroor
loofde, „de aandacht van Uw' College te vestigen op het ant
woord, dat Zyne Excellentie de Minister van Binnenlandsche
Zaken op een desbetreffende vraag aan een der Kamerleden
heeft gegeven, waaruit blykt, dat ook de Minister overtuigd
is van het nadeel, dat de schoolgaande jeugd door den
mobilisatietoestand ondervindt, terwyl Zyne Excellentie tege
lijk het denkbeeld oppert, om door het bouwen van barakken
in de huisvesting van de thans in scholen gelegerde mili
tairen te voorzien”.
Na ongeveer twee maanden, zeo werd door bedoeld lid
opgemerkt in de vergadering op 7 December j.l, verneemt
onze Commissie hierpp als antw'oord het bericht, dat opnieuw’
een schoolgebouw ter beschikking van de militaire autoriteit
is gesteld.
Op grond van de hierover gevoerde discussie verleende
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
aan
van
N°. 268.
OndericerpOnttrekking
zyne bestemming
een schoolgebouw.