1
15
vacature, werd bij de stemming op 26 Augustus ge
kozen de heer Mr. H. J. Nieboer.
Op 1 Januari 1916 bestond het College van Burge
meester en Wethouders uit de heeren:
Het toezicht op de verschillende takken der gemecnte-
huishouding werd verdeeld als volgt:
de Burgemeester: de afdeelingen Algemeene Zaken
en Militaire Zaken en de Brandweer.
1917
1917
1917
1917
1920
1920
h. Het College van Burgemeester en Wethouders.
De heer Mr. J. D. Vekbroek, die op den eersten
Dinsdag van September als Raadslid moest aftreden,
werd als Wethouder herbenoemd.
In de Raadsvergadering van 1 November werd aan
genomen een motie van den heer Slllevis c. s., waarbij
Burgemeester en Wethouders werden uitgenoodigd aan
Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland den
wensch van den Gemeenteraad kenbaar te maken, om
het traktement van elk der Wethouders te bepalen op
f 5000; dit College te verzoeken het daartoe noodige
besluit te willen nemen en dat besluit aan de goed
keuring der Kroon te onderwerpen. Bij besluit van
Gedeputeerde Staten van 15/17 November, goedgekeurd
bij Kon. Besluit van 24 December, werd de jaarwedde
der Wethouders, met ingang van 1 Januari 1916, vast
gesteld op f 5000.
de Wethouder J. C. Jansen: de afdeeling Gemeente
bedrijven (Lichtfabrieken, Duinwaterleiding, Telefoon
en Openbaar Slachthuis).
Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, Burgemeester
H. de Wilde, Wethouder
Mr. J. D. Verbroek,
Mr. P. Droogleever Fortuyn, n
J. C. Jansen,
J. Jurriaan Kok,
wordende door den Burgemeester een jaarwedde ge
noten vanf 10.000
en door eiken Wethouder van- 5.000
Jaar van
aftreding.