54 10 punt van een les aan stamelaars is het leeren van een versje. Dit doe ik dan ook steeds, wanneer het meerendeel ver genoeg is, om de brommende minderheid te overstem men. Neen, hier is het niet zoozeer stelselmatig onderwij zen, dan wel een zich erdoor slaan om zoo spoedig mogelijk ieder kind zijn eigenaardige afwijkingen te helpen over winnen. Het klassikale element bij de stamelaars blijve dan ook beperkt tot de toonlooze artieulatie-oefeningen en de ademtechniek”. Klassikale adeinoefeningen en in verband daarmede gymnastische bewegingen werden vooral door Mej. van Dantzig toegepast. Haar klacht, dat het lokaal in de school aan de De Gheynstraat 150 daarvoor geheel onvoldoende is, is volkomen gerechtvaardigd. Het lokaal aan het Kijs- wijksche Plein heeft veel last van geraas en dikwijls de on aangename geur van de Trekvliet. Van de leerlingen van den onderwijzer L. van Lier wer den 2 geneeskundig onderzocht en 1 operatief behandeld; van die van Mej. Brugma werden 3 onderzocht, vooral om hun zenuwachtigheid; van die van Mej. van Dantzig kwa men 9 ouder geneeskundige behandeling, van welke 4 ope ratief. De drie leerkrachten bij het onderwijs in spreken konden hun taak zonder groote onderbrekingen vervullen; alleen de heer Van Lier had van 2 Maart tot 18 Maart en van 27 Maart tot 1 April verlof wegens ziekte. Hun plichts betrachting geeft geen aanleiding tot opmerkingen. Naar de organisatie van het onderwijs in spreken hier ter stede, de resultaten van dat onderwijs, de wijze, waarop het gegeven wordt, werd zeer belangstellend ge- inforrneerd door den heer A. van Cuyck, adj.-secretaris der Vereeniging tot bescherming der abnormale Kindsheid te Antwerpen, die zich ook door persoonlijk bezoek op de hoogte heeft gesteld van dezen tak van onderwijs. In de samenstelling der Commissie kwam geen verande ring. De Commissie wil dit verslag besluiten met een op merking, die Mej. Brugma aan het einde van haar verslag plaatst en die zeker de overweging waard is. „Het zou zeer in het belang van het spreekonderwijs zijn, als de dames en heeren onderwijzers wat beter w’isten, wat goed en wat slecht spreken is en als zij het zelf wat beter deden (hoofden van scholen niet buitengesloten). „Het zou wel de moeite loonen, als de spraak van alle schoolkinderen werd onderzocht. Het zou dan blijken, dat veel onderwijzers de spraakgebreken van hun kinderen niet opmerken. Dat hun dit niet kwalijk te nemen is, behoeft geen be- VERSLAG ONDERW. AAK SPRAAKGEBR. LEERLINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1898