59
I
8
VERSLAG BEWAAKSCHOOLAKTE-EXAWEXS.
blijk traven van een goed gehoor bjj *t zingen van een liedje
naar keuze of het nazingen van intervallen, en zelfs van
eenige muzikaliteit en goeden smaak, en toch weinig bedre
venheid hadden in het zingen van het blad. Ook de wijze,
waarop zij met behulp der stemvork den eersten toon der
te zingen melodie trachtten te vinden, was in de meeste
gevallen zeer onbeholpen, en had ook dikwijls niet het ge-
wenschte gevolg. Naar het oordeel der Commissie wordt
nog te uitsluitend op ’t gehoor gezongen, en oefenen de
candidaten zich veel te weinig in het toontreffen. Onder
degenen, die goed zongen, waren velen, wier kennis van de
theorie van den zang onvoldoende was. Het onderzoek liep
uitsluitend over eenvoudige onderwerpen, waarvan de ken
nis voor het zingen met verstand onontbeerlijk is: maat
soort, sleutel, teekens, herkenning van toonaard.en toon
soort, omvang der kinderstem, voorzorgen bij het zangon
derwijs aan kinderen in acht te nemen. Herhaaldelijk bleek
er bij de candidaten de zonderlingste begripsverwarring
op sommige dezer punten te bestaan. Omgekeerd verrasten
zij, die weinig aanleg voor den zang hadden, dikwijls door
een grondige kennis der eenvoudige theorie. De uitspraak
was soms goed, maar in de meeste gevallen onvoldoende.
Sommige candidaten waren zich niet bewust, dat op de
klinkers moet gezongen worden, verbonden de woorden
slecht, ademden verkeerd, en op de verkeerde plaatsen.
Maar de Commissie legde bij de beoordeeling niet te veel
den nadruk op deze fouten, daar in het nieuwe programma
voor het eerst wordt voorgeschreven, dat op de uitspraak
der candidaten zelf zal worden gelet.
Wat het spreken betreft, mag de theoretische kennis der
candidaten als voldoende worden beschouwd. Indien spre
ken en zingen bij dit examen niet met een enkel cijfer had
moeten gewaardeerd worden, zouden ongetwijfeld de cijfers
voor het zingen lager en die voor het spreken hooger ge
weest zijn dan het nu behaalde gemiddelde cijfer. De Com
missie liet de candidaten een versje opzeggen of lezen om
haar uitspraak te beoordeelen en knoopte aan de fouten
in het technisch spreken haar vragen vast omtrent de mid
delen tot het verkrijgen van een goede uitspraak. Het
bleek meermalen, dat de candidaten wrel in staat waren te
herhalen, wat zij bij de theorie van het spreken geleerd
hadden, maar dat zij soms geen rekenschap konden geven
van verschijnselen bij het spreken, zonder dat eerst aan de
woordelijk van buiten geleerde theorie herinnerd was. Zoo
konden ze dikwijls zeer vlot de verdeeling van klinkers en
medeklinkers, de klinkerreeksen, de verschillende articiila-
tie-punten opnoemen en meededen, hoe de stand der