59
11
VERTELLEN.
duidelijk voor, hierbij de aandacht vestigende op deii gehee-
len stand van het lichaam. Zij controleerden bij de uitvoe
ring de geheele klasse, herhaalden zoo noodig en zorgden
onder den zang voor een tempo, dat gelegenheid bood, de
handeling zoo getrouw mogelijk na te bootsen.
De wijze waarop de eandidaten de kinderen toespraken
was bijna altijd vriendelijk en welwillend. Het gebruik
maken van kinderachtige termen, als verkleiningsuitgangen
en het spreken van zichzelf als van „de juffrouw” kwam
slechts bij uitzondering voor.
Menigmaal had de commissie, vooral bij het half-vrije
spel, gelegenheid op te merken, hoe de kinderen zich aan
getrokken gevoelden tot die eandidaten, die werkelijk zelf
in het spel deelden. Er was dan echte belangstelling, dien
tengevolge orde, en er werd met plezier gespeeld.
Er werd een eenvoudige vertelling voor kinderen van
4 tot 6 jaar gegeven uit de volgende bundels: „Herfstdra
den” door Henriette Dietz e.a., „Oolijk en vroolijk”, „Nieuwe
vriendjes” en „Praatjes en Plaatjes” door S. Maathuis
Ilken en de verschillende jaargangen van „Ons Thuis”
door Katli. Leopold en Henriette Dietz.
De eandidaten mochten zich 15 minuten voorbereiden en
het bleek, dat zij dien tijd werkelijk noodig hadden. Slechts
weinigen harer vertelden 25 minuten, het grootste aantal
was binnen dien tijd gereed, eenige trachtten, om den tijd
vol te maken, het verhaal te rekken, wat gewoonlijk zeer
ten nadeele van de vertelster uitviel. Drie eandidaten had
den in 4 a 5 minuten, tot verbazing der commissie, haar
verhaal ten einde gebracht.
De meerderheid der eandidaten bewees, zich ernstig op
vertellen te hebben toegelegd. Er waren er, die zeer aan
schouwelijk vertelden: sommigen echter overdreven sterk
en werden theatraal: enkelen bewogen zich voortdurend
met druk gebaar op en neer voor de klasse, waarvan het
gevolg was, dat de aandacht der kinderen werd afgeleid en
zij woelig werden. Tal van eandidaten slaagden er in de
kinderen zoo te boeien, dat de gezichtjes de gevoelens
weerspiegelden, die door de vertelling gewekt werden, zoo-
dat het een genot was, de klasse op die oogenblikken gade
te slaan. Aardig was het dan, de opmerkingen der kleinen
e hoeren, waarop de candidaat dikwijls tactvol even in-
z”n<^er zich hierdoor te laten afleiden.
Yiar staat weer tegenover, dat sommigen niets meer
1 en dan den inhoud van het verhaal weergeven, terwijl
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMEKS.
i
i