212
HOOFDSTUK VII.
a.
Militie, Landweer. Landstorm. Vrijwillige dienst.
Inkwartiering.
Militie.
In 1915 werden ingebracht 786 zwervende honden
en 1106 zwervende katten, waarvan 266 dieren bij de
Politie werden afgehaald. Het aantal verpleegdagen der
zwervende honden bedroeg 16818 en dat der zwervende
katten 11668. Aan dierenvrienden werden afgestaan 190
honden en 343 katten, terwijl door de eigenaren in het
Asyl teruggevonden werden 108 honden en 23 katten.
Op verzoek van verschillende eigenaren werden 662
honden en 549 katten kosteloos afgemaakt.
In de ziekeninrichting werd in 576 gevallen gratis
hulp verstrekt.
Het aandeel d^r gemeente in de lichting 1915 bedroeg
1172 man, waarvan zijn ingelijfd:
bij de landmilitie1124 man
bij de zeemilitie48
waarvan voor volledige oefening 1166 man en voor korte
oefening 6 man.
In 1915 werden in de registers ingeschreven:
2 verlofgangers der lichting 1913, 4 der lichting
1914 en geene der lichting 1915, die na het volbrengen
van de eerste oefening in het genot van onbepaald
verlof werden gesteld en 23 verlofgangers komende
uit andere gemeenten.
Voor vertrek naar elders werden afgeschreven 21
verlofgangers.
Herhalingsoefeningen voor de militie werden, in ver
band met het buitengewoon verblijf onder de wapenen
der dienstplichtigen, niet gehouden.
In 1915 werden voor den duur van één jaar van den
dienst bij de militie vrijgesteld door Gedeputeerde Staten
van de ingeschrevenen voor de lichting 1916:
43 wegens het bekleeden van een godsdienstig-mensch-
lievend ambt, enz.;
152 wegens kostwinnerschap; en bij Kon. Besluit:
van de ter inlijving bestemde- en van de ingelijfde dienst-