12
61
1311
1
1197
1
114
Gerekend naar het gemiddeld aantal inwoners, bedroeg
het gasverbruik der straatverlichting per inwoner: in 1915:
8,23 M’. tegen 8,31 M’. in 1914.
104
12
- 1
800
324
58
10
4
Totaal
2.612.006 M’.
2.552.337
59.669 M3.
2,04 »/0
De voortdurende onzekerheid ten opzichte van den ge-
regelden en voldoenden aanvoer van steenkolen wegens
den oorlogstoestand was oorzaak dat de met ingang van
1 Augustus 1914 op last van Burgemeester en Wethouders
ingevoerde beperking der straatverlichting, behoudens on
belangrijke plaatselijke wijzigingen, moest worden gehand
haafd.
Voor zoover daardoor de publieke veiligheid niet in gevaar
kon komen, werden de lichten, die voorheen te middernacht
gebluscht werden, niet ontstoken, en hadden dus de overige
lantaarns, die steeds den geheelen nacht doorbranden, nu
in de geheele verlichting te voorzien.
De kosten van uitbreiding van het materieel der publieke
verlichting beliepen in 1915 f 8.359,O35 tegen f 20.612,53
in 1914.
Van af 1 Januari 1915 is voor de berekening van het
gasverbruik een verhoogde maatstaf aangenomen moeten
worden, omdat door meting was gebleken dat het uur-
verbruik per staand licht te laag was geschat. Als gevolg
hiervan komt de besparing wegens beperking der verlichting
minder sprekend voor, dan bij ongewijzigde berekening
het geval zou zün geweest.
31 Dec. 1914.
Bamag-automaten
Meteor
Uurwerk
Gafeg
Auto-Lux-
Meteor-uurwerk-
automaten
Het aantal automatische ontstekers bedroeg op:
31 Dec. 1915. Vermeerdering.
904
336
57
10
4
Het gasverbruik der straatverlichting bedroeg:
van 1 Jan.31 Juli, van 1 Aug.31 Dec.
in 1915: 1.382.622 M3. 1.229.384 M3.
in 1914^ 1.537.600 1.014.737
Minder 154.978 M3. meer 214.647 M3. meer
10,08 21,15 «/o
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.