40 f Het bedrag der afschrijvingen, zoowel tengevolge van reclame, als tengevolge van overleden en vertrek en het bedrag der oninbare posten, is te stellen op pl.m. zoodat het zuiver bedrag ongeveer zal zijn - 160.000,— f 4.136.2^8,91 40.000,— f 4.296.258,91 f 27.093.261,49 - 26.734.143,99 359.117,50 leening overtroffen de door leening te dekken uitgaven betreffende dien dienst met f 3.266.761,88; daarentegen tverd wegens Rijksbijdrage voor schoolbouw f 32.068,85 minder ontvangen dan geraamd was. Op de posten „Aandeel van de Gemeentegasfabrieken in de kosten voor mede in haar belang uit te voeren werken als bedoeld in volgn. 372 der Uitgaven", „Voor schotten van het Rijk ten behoeve van maatregelen in het belang van de verbetering der Volkshuisvesting als bedoeld in art. 32 sub c der Woningwet’’ en „Terug ontvangst van zegelkosten van recepissen" geraamd op respectievelijk f 23.368.f 13.299,33 en f 20,werd niets ontvangen. Vandaar het saldo ad f 3.198.005,70. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde be groeting voor het dienstjaar 1916 is het geraamd bedrag: der ontvangsten en dat der uitgaven Batig saldo Den 18den October 1915 besloot de Raad tot de uit gifte van eene 41/, pCt. geldleening, groot ten hoogste f 10.000.000,Bij het aangaan dezer leening maakten wij, krachtens de ons op evengemelden datum door den Raad verleende machtiging, gebruik van de tusschen komst van een consortium. De openbare inschrijving op deze leening had, tegen den koers van 97s/g pCt., plaats op 25 October 1915. De plaatselijke directe belasting naar het inkomen werd geheven naar het verhoudingscijfer 0.97. Het bedrag der kohieren beliep tot 1 April 1916f 4.256.258,91 De nog vóór 1 Juli vast te stellen suppletoire kohieren zullen vermoedelijk bedragen pl.m

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 41