15
I
16
i
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Vleeschverbruik in 1915.
VI.
In K.G. (gedeeltelijk geschat).
Diersoorten.
Vernietigd.
Verbruikt.
Totaal.
Geslacht.
22.170 'l2
6.160.500
1.203.342
7.363.842
Runderen
478.473
502.123
23.650
Paarden
286.350
215.773
2.833
1.324.635
1.327.468
Kalveren
1.166.560
160.908
4.156.680
3.872.620
4.162.117
5.437
Varkens
289.497
187.435'/,
12.971'/,
586
Schapen
175.050
7.792
7.865
73
Geiten
593
7.272
13.551.4361/,
54.749'/,
13.496.687
11.668.352
1.883.084'/2
Ingevoerd.
Indien men aanneemt, dat de bevolking van ’s-Graven-
hage in het jaar 1915 bestond uit 316.861 inwoners, welk
cijfer werd bereikt op 1 Juli 1915, en men rekent het ver
bruik van toebereid vleesch: gerookte hammen, worst enz.,
wat niet aan het slachthuis behoeft gekeurd te worden,
gelyk te zyn aan den uitvoer van vleeschartikelen, in hoofd
zaak spek, de belangrijke invoer van vleesch per postpakket
buiten beschouwing gelaten dan verkrygt men over het
atgeloopen jaar een vleeschverbruik per hoofd van 42,59 K.G.
Niettegenstaande het aantal slachtingen is toegenomen,
werd per hoofd minder vleesch gebruikt dan in 1914. Uit
de weegkaartjes bleek toch, dat het gemiddeld slachtgewicht
van runderen en vooral van varkens aanmerkelyk lager
moest worden geschat. De hooge vleeschpryzen zullen ook
wel tot dien achteruitgang hebben bygedragen.
7.341.671'/,
188.021'/,