L
16
r
8
Seininrichting.
Scheepshellingen.
Dwarshellingen.
-
M. buiten de havenhoofden gevonden
laatste door den Rijkswaterstaat ver-
Met de 5 in exploitatie zijnde hellingen werden in het
geheel 209 loggers, 57 bommen en andere vaartuigen ge-
hellingd. Met het aanwezige materiaal kon voldoende in
de behoefte worden voorzien.
telijk bij mij ingediende klacht, waarvan ik de billijkheid
niet kon erkennen, kwamen geen andere klachten in. Wel
is het mij bekend, dat de eischen, welke de reeders en
schippers in vele gevallen stellen, grooter zijn, dan van een
concessionnaris met billijkheid geëischt kunnen worden.
Bij Raadsbesluit dd. 30 December 1915 werd aan Burge
meester en Wethouders machtiging verleend om de loo-
pende overeenkomst met de Naamlooze Vennootschap
„L. Smit en Co.’s Sleepdienst” in zake het uitoefenen van
den sleepdienst ten behoeve van de Visschershaven met
ingang van 31 December 1916 te doen eindigen.
De technische leider der N.V. „Seheveningsche Scheeps
bouw -Maatschappij”, welke maatschappij van de Gemeente in
huur heeft 2040 M. grond en de daarvoor gelegen 60 M.
dwarshelling voor het bouwen van visschersvaartuigen,
verschafte de volgende gegevens:
7 nieuwe stalen loggers werden in den loop van 1915 ge
bouwd en met goed gevolg te water gelaten.
Voor een tweetal schepen was de kiel al weder gelegd,
terwijl buiten deze beide schepen nog een viertal loggers
besteld waren, wrelke alle voor de haringteelt 1916 geleverd
moesten worden. Gewerkt werd thans met een personeel
van ruim 70 man, doch het koste veel moeite om voor deze
menschen geschikte en niet te dure woningen te vinden,
welke dan nog te ver van de helling gelegen zijn.
De aanvoer van materiaal ging met moeite en kosten ge
paard, daar alles van het kanaal naar de helling gereden
De dienst werd onafgebroken dag en nacht waargeno
men, Als grondslag voor het getijsein werd steeds aange
nomen de minste diepte, w'elke in de vaargeul der buiten
haven en tot 300
wordt, volgens de
richte peiling.
VERSLAG DER VISSCHERSH A VEN.