9
een
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 18^
is de neiging tot uittreden uit de ziekenfondsen tegen te
gaan en dit College den verstandigen maatregel heeft
ingevoerd geen jaarkaarten meer uit te reiken, doch
slechts maandbewijzen af te geven, geldig voor één
persoon. Geheel in overeenstemming met den geest der
Armenwet, waarvoor immers als axioma geldt: „nimmer
wanhopen aan de opheffing uit de armlastigheid, maar
aldoor rekening houden met de mogelijkheid van armlas-
tig-af-zijn op korten termijn.”
Het noemen van de Armenwet brengt de gedachten van
zelf op het particulier initiatief en op de samenwerking
niet de vereenigingen en instellingen, waarmede de Ge
meente zoo voor de Eerste geneeskundige hulp als voor
de Geneeskundige verzorging overeenkomsten heeft aan
gegaan of deze nader bevestigd heeft.
En dan worden die gedachten beheerscht door
gevoel van groote erkentelijkheid. In het bijzonder
jegens de acht Wijkvereenigingen, die van
vang af den dienst met zoo groot vertrouwen tegemoet
zijn gekomen en wier namen, gerangschikt naar de ge
neeskundige afdeelingen, zijn:
R.-K. Wijkverpleging „St. Raphael”, 38 Snijderstraat;
’s-Gravenhaagsche Wijkverpleging, 20 Stille Veerkade;
Wijk verpleging „Pniël”, 76 Z.Ó. Buitensingel;
Wijkverpleging Vr.-Comité Ned. Roode Kruis, 6 Lange
Voorhout;
Diaeonessenarbeid Wijk III, 10 Z. Binnensingel;
Gereformeerde Wijkverpleging, 52 Seheeperstraat;
Diaeonessenarbeid Wijk VIII, 99 Tollenstraat;
Scheveningsehe Ziekenverpleging, 19 Duinstraat.
De bij het sluiten der overeenkomsten uitgesproken ver
wachting, dat de samenwerking tusschen de vereenigingen
en de gemeente-geneesheeren, zoo ten aanzien van het ver-
leeuen van hulp aan loopende patiënten tijdens de spreek
uren in de zittinglokalen, als ten behoeve der huiselijke
ziekenverpleging, alsook ten bate van de in dagverpleging
opgenomen zieken, niets te wenschen over zou laten, die
verwachting mocht ook in het afgeloopen jaar ten volle
bevestigd worden.
Zeker, er is wel eens verschil van meening geweest en
dan inzonderlijk over de vraag, of met betrekking tot de
huiselijke ziekenverzorging niet een scheiding diende ge
maakt tusschen het eigenlijke verplèegwerk en de zorg
voor het verstrekken van ziekenvoedsel e. d. m.
Nadat evenwel het groote belang van veelvuldig huis
bezoek voor het kweeken van begrippen van orde en rein
heid, met name dan, wanneer daartoe door het brengen
den aan-