I
I
I
Totaal 119
b. Ziektetöezicht.
26
29
1
3
19
17
1
1
1
7
23
7
8
1
Het percentgetal der ongeschikt verklaarden bedroeg
21 tegen 21,25 in 1914.
De reden tot ongeschiktverklaring betrof de navolgende
aandoeningen:
Tuberculeuse en andere longaandoeningen
Ingewandsbreuk
Hartgebreken
Aderuitzettingen
Ziekten der nieren en urinewegen
Zenuwstoornissen
Verkromming van de wervelkolom
Binnenwaartsche stand der knieën
Misvormde voeten
Onvoldoende lichaamsontwikkeling
Oogafwijkingen
Onvoldoende kleurenonderscheidingsvermogen
Ooraandoeningen
Darmziekten
I
Dit toezicht is ook in het afgeloopen jaar op dezelfde
wjjze gevoerd als in vorige jaren. Onderzoek zoo spoedig
mogelijk, nadat het bericht van de ziekmelding, veelal
voorloopig reeds per spreekdraad den dienst heeft bereikt
en voorts ten minste éénmaal per week herhaald. Hervat
ting van het werk niet eerder, dan nadat hiertoe een
schriftelijke verklaring door den eontroleerenden genees
kundige is afgegeven. De beslissing zoo gevormd, dat
in geval van vrijstelling van dienst vrijstelling van juist
datgene wordt verleend, dat in verband met den aard en
de mate van de ziekte of het ongeval noodig is te
achten. Een en ander met het doel: de zorgvuldig uitge
wogen hoeveelheid arbeid als geestelijke en lichamelijke
genezingsf actor zooveel mogelijk te benutten en den ledig
gang als genezingvertragend moment naar evenredigheid
te beperken, al naar de verschillende takken van dienst
dit zonder schade voor hun arbeidsregeling verdragen
kunnen.
Gemeld werden door de gezamenlijke takken van dienst
met uitzondering van het onderwijs, dat voor de toepas
sing nog altijd op de nieuwe verlofsregeling wacht, 3396
gevallen of 363 meer dan in 1914. Een vermeerdering, die
18^ VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
1