.43 gaan en de ander weer geregeld de school bezoekt. Ook de twee overige gaan goed vooruit, doch worden nog in dag- verpleging gehouden. Dan is de moeder zooveel verbeterd, dat zij de zorg voor de huishouding weer op zich kan nemen. En wat eindelijk de vader betreft, deze wist, merkbaar op gelucht en flinker dan te voren, dank zij den invloed van een dame-helpster der wy'k, aan vast werk te komen. Al het zielige van den toestand is verdwenen en de hoop ten volle wedergekeerd. Geval 8. Thans nog een laatste geval, waaraan ditmaal de Eerste Hulpdienst te pas moest komen. Een bewoonster van een hofje uit de buurt komt hijgende aan den Centralen Post vragen, of er niet gauw een dokter kan komen. „Buurman is er zoo naar aan toe, den heelen morgen al aan het kermen van de krampenhet lijkt wel een koliek”. Het heele hofje is in rep en roer om een oud manneke, dat slechts ten deele gekleed, in gebukte houding al maar zijn huisje in- en uitloopt. Achter hem het moedertje, heele- maal ontdaan. Het oudje wordt in de donkere bedstede getild, voorover geplaatst op zijn knieën, de verpleger ligt met zijn zak lantaarn goed by en de oorzaak van den jammer is spoedig gevonden. Volgen eenige manipulaties, uitgevoerd onder zichtbare belangstelling van een aantal buurvrouwen, die, zoogenaamd om het vrouwtje te kalmeeren, achter den dokter aan naar binnen zijn gekomen. Een zucht van verlichting van den ouden stakker en het ergste is dra geleden. Geen moeilijk geval, doch wel treffend door de eigen aardige bewerking, die gemakkelyk slaagt en aan de aan wezigen een goedkeurend gemompel ontlokt. Juist een geschikt nibment om propaganda te maken voor het betrachten van reinheid, waarmee het in het hofje maar matig gesteld is. Zoo oordeelt althans de dokter. Groote dankbaarheid bij de beide oudjes. Het halve hofje in tevreden stemming byeen. De noodzakelijkheid voor hem zelf om geruimen tyd, tot drie, vier maal toe, zyn handen te wasschen. Eindelijk de vuilheid in het hofje en in het bijzonder ook van dit huisje, waar honderden vliegen rond zwermen en zich meer bepaaldelijk vergasten aan de inge droogde eetresten van een allersmerigst tafelkleed, waarop een brood, een papier met wat boter en een vies koffiegerei VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 1 8*^

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 745