24 Toestand van de Verzamelingen en van het Archief. Ofschoon zooals in het vorig verslag werd vermeld de nieuwe opstelling van het glaswerk tamelijk wel voldeed, moest daarin toch belangrijke wijziging worden gebracht. De toeneming van de verzameling Haagsch porcelein, die haar tot een belangwekkend geheel maakt, deed de wensch geboren worden om ook in dezelfde zaal tentoon te stellen het groote Haagsche servies in bruikleen van Mevrouw de douairière Evers. Met instemming van de bruikleengeefster is nu al het Haagsch porcelein in Zaal III samengebraeht. Het glaswerk moest voor gemeld servies natuurlijk plaats maken, maar het kon in Zaal I, in de toonkast welke tot dusverre het servies van Mevrouw Evers bevatte, waarlijk uitmuntend tentoongesteld worden. De opstelling van het Delftsch aardewerk rond het Haagsch porcelein was eigenlijk voor beiden ongunstig, terwyl nu juist de uit den aard der zaak doorzichtige toonkast met het glaswerk, tusschen de toonkasten met het Delftsch bij zonder goed voldoet. In Zaal III is nu meteen het daar tentoongestelde „Colen- brander”-aardewerk vervangen door de enkele stukken Loos- drechtsch porcelein, mede uit Zaal I gekomen. Zaal III bevat dus bijeen de geheele verzameling achttiende eeuwsch Hol- landsch porcelein. In Zaal V kreeg het „Colenbrander”-aardewerk de plaats, die vry kwam door het samenbrengen van al het zilver- voor-huiselyk-gebruik in Zaal VIII. De reeds in vorige verslagen ter sprake gekomen toe passing der zestiende-eeuwsche glasscherven afkomstig van de ramen der Groote Kerk, was tengevolge van het tekort aan werkkrachten op de werkplaats van den heer J. L. Schouten, tydens de mobilisatie weder op den achtergrond geraakt. Gelukkig kwam daarin tegen het einde van het verslagjaar weder verandering. Deze zaak zal in het vol gend jaar eindelyk volkomen haar beslag kunnen krijgen. Wat de herstelling van schilderijen betreft, ook daaraan is dit jaar met kracht gewerkt. De heer D. de Wild verdoekte het regentenstuk van J. van Ravesteijn uit 1635, dat weliswaar in menig opzicht nog al wat achteruitgang vertoont by de zoo buitengewone stukken die het museum uit Ravesteyn’s besten tijd bezit, maar dat toch door deze bewerking weder belangrijk heeft gewonnen. De firma van Menk herstelde tegelijkertijd de oude lyst. In de tweede plaats werd het interessante schilderij van Jacob van Croos, het gezicht op den Haag omgeven door 3 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 912