25
9
BIJLAGE.
Inleiding.
Inventaris van het Archief der Haagsche
Broederschap van Sint Joris.
Het archief van het oudste Haagsche schuttersgilde gold
voor verloren. De Riemer had er voor zijn groote werk uit
geput, zij het ook weinig, en de „archivarius” der broeder
schap in het begin der 19de eeuw, Baron van Westreenen
van Tiellandt, gebruikte het voor een opstel over de „al
oudheid” van de in zijn dagen nog illuster, ja „ridderlijk”
geheeteu „Confrérie”, maar na dien had niemand er meer
van gehoord en er kon met reden worden gegist, dat het
in het midden der 19de eeuw, toen zooveel archiefstukken
te gronde gingen, bij de opheffing van de broederschap was
vernietigd.
Gelukkig was dat echter niet zoo: een der leden heeft zich
het lot van het archief aangetrokken en het bewaard, en
bij zijn kleinzoon, Mr. Dr. F. A. C. Graaf van Lynden van
Sandenburg, mocht ik het terugvinden. En dat niet alleen:
de eigenaar bleek bereid het aan het Gemeente-archief in
bruikleen af te staan; in den loop van 1915 had de afgifte
plaats en nadat de beschrijving ervan was voltooid, kon
nog vóór de sluiting van het jaar het proces-verbaal wor
den opgemaakt.
Met enkele trekken wil ik hier de beteekenis van dit
archief schetsen. Die beteekenis is tweëerlei. In de eerste
plaats is zij deze, dat wij daardoor de geschiedenis, de in
richting en ontwikkeling van het oudste Haagsche schut
tersgilde vrij goed kunnen leeren kennen. Slechts wat de
stichting betreft zijn wij op andere bronnen aangewezen,
overigens is dit archief, dat de rekeningen bewaart van
1453 af zij bet dan met nu en dan vrij groote gapingen
en dat van het tijdperk na 1575 bovendien de ledenlijsten,
weldra ook de notulen bevat, van een zeer welkome com
pleetheid. Maar in de tweede plaats, en wellicht in nog hoo-
ger mate, heeft het archief beteekenis, omdat het een zoo
VERSLAG GEMEEXTE-ARCHIEF EN BIBLIOTHEEK.
Uitvoeriger dan het voor deze inleiding mogeljjk en wensehelijk
is zal ik de geschiedenis van de broederschap en hare beteekenis
behandelen in het Jaarboek der Voreeniging die Haghe voor 1916.