25
heid of althans aanleiding bood, en de tweede band,
die de kerkelijke dienst van Sint Joris vormde, dreigde
door het veldwinnen der hervormingsdenkbeelden ge
heel verbroken te worden. De schrik, die de inne
ming van den Briel in Den Haag te weeg bracht deed
den doelknecht der confrérie besluiten het archief op een
veilige plaats te bergen. Men kan het ervoor houden, dat
dit met een geheele schorsing van de samenkomsten der
schutters samenhing. In de jarfen daarop volgende, tot
einde 1574 toe, was Den Haag dan door Prinselijke, dan
weer door Spaansche troepen bezet. In Mei 1575 leverde de
doelknecht de stukken weder uit, aan den stads-secretaris
Adriaan Benninck, die ervan een inventaris samenstelde,
welke de eerste afdeeling als het ware afsluit.
Na 1575 begint een nieuw leven, en in den inventaris de
tweede afdeeling.
Want wel wist Benninck, toen hij het archief in zijn bezit
had, ik vermoed ongeveer in 1576, met enkele anderen,
de oude broederschap weer leven te geven, maar die
renaissance deed iets anders ontstaan dan de middeleeuwen
gekend hadden. Immers het kerkelijk karakter, de gezamen
lijke dienst van het Sint Jorisaltaar, was geheel verdwe
nen. Wel lieten de nieuwe broeders een gedenktafel in de
Kerk maken David Cornel isz. Sehevelinck was er de
schilder van zooals ook andere Gilden deden, maar dat
had met den kerkdienst al heel weinig te maken.
Voorloopig was het alléén bet genoegen der schietoefe
ning, dat de leden samen bracht. De nood der tijden deed
daarbij echter weldra nog iets komen: de Sint Joris-schut-
ters moesten hun aandeel krijgen in de beveiliging hunner
woonplaats tegen de gevaren, die van de zijde der Spaan
sche soldaten en ook wel eenigszins van de zijde der
Prinse-troepen dreigen konden. Aangezien de edelen en
de suppoosten van het Hof zoo zij liefhebbers der schut
terij waren, bij de Sint Joris-schutters waren aangesloten,
lag het min of meer voor de hand, dat de wacht voor de
Hofkwartieren door die van den Sint Joris- of Ouden
Doelen werd waargenomen. De wachten in het eigenlijke
dorp kwamen ten laste van die van den Sint Sebastiaans-
of Nieuwen Doelen.
De verhouding tusschen de beide schutterijen kan en
moet daarom hier ter sprake komen. Die van den Nieuwen
Doelen, welke met de meer dorperlijke handboog schoot,
omvatte de eenvoudige burgers, terwijl die van Sint Joris
11
VERSLAG GEMEENTE-ARCHIEF EN BIBLIOTHEEK.
Dit is een algemeene term voor hen, die in betrekking stonden
tot de provinciale en landsregeering en in Den Haag verblijf hielden.