26 7 VERSLAG BURGeRLIJK ARMBESTUUR. v leden, die in het onderhoud van het gezin voorzagen, door bemiddeling der armbezoekers werk was gevonden. Hetzelfde geschiedde met een 2-tal op zich zelf staande personen. In 1 geval werd voor een jioofd van een gezin werk verkregen, doch bleek later, dat hij voor dit werk onge schikt was. waarom hij opnieuw in ondersteuning moest worden opgenomen. In 4 gevallen kon de bedeeling van ongehuwde vrouwen ophouden, omdat ons Bestuur slaagde in zijn pogingen, haar te doen huwen met de mannen met wie zij samen leefden en door wie zij werden onderhouden. In 1 geval kon de bedeeling van een verlaten vrouw op houden, omdat de man door den invloed van dit Bestuur tot zijn gezin terugkeerde. In 1 ander geval geschiedde hetzelfde, nadat eerst de man door den Kantonrechter veroordeeld was tot een wekelijksche uitkeering aan zijn vrouw, en om de haar reeds vroeger uitgekeerde gelden aan dit Bestuur terug te geven. Na terugkeer van den man werd hem van deze teruggaaf vrijstelling verleend door ons Bestuur. 1481 bedeelden bleken niet uit hun armlastigheid te zijn op te heffen; van dezen genoten: 911 personen gedurende 4 kwartalen, 126 3 180 2 264 1 kwartaal, ondersteuning. In hoofdzaak kon hierbij van geen opheffing sprake zijn, door voortdurende ziekte en ouderdom. In 155 gevallen kon de ondersteuning gedeeltelijk wor den verhaald op de ondersteunden en wel voor 3 personen, die een pensioen genoten, 151 personen, die in ’t genot wer den gesteld van de rente bedoeld in de artt. 369 en 370 der Invaliditeitswet en 1 persoon, die een kleine toelage ont ving uit een aan haar en hare familie toegekend legaat. Deze personen werden verpleegd in het Bestedelingenhuis. De ontvangsten te dezer zake bedroegen f 12569,72. Overigens had er geen verhaal op ondersteunden of hunne nalatenschap plaats, omdat dezen of de wettelijke onderhoudsplichtigen daarvoor de noodige inkomsten misten. Ten aanzien van het verleenen van onderstand heeft de oorlogstoestand geen invloed uitgeoefend op de bemoeiin gen van het Burgerlijk Armbestuur, omdat het „Steun comité Den Haag 1914” bleef optreden en steun verleenen aan hen, die tengevolge van den oorlogstoestand werkloos werden of minder verdiensten kregen. Het Burgerlijk Arm-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 977