27
39
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
HOOFDSTUK IV.
Uitkeeringen.
Art. 9.
1. Het bestuur eener gesubsidieerde vereeniging beslist
of, en zoo ja welke, uitkeering zal worden verleend, zoo
mede of met het verstrekken van uitkeering zal worden
voortgegaan.
2. In verband met het bepaalde in art. 19 geeft het van
zijne beslissing kennis aan het bestuur der gemeente, waar
hij, die uitkeering zal erlangen, woonplaats heeft op den
eersten dag der week waarover de uitkeering loopt.
3. De in het vorige lid bedoelde kennisgeving is met
redenen omkleed als de beslissing van het bestuur een lid
betreft, hetwelk door het orgaan der openbare of daarmede
door Onzen Minister gelijkgestelde arbeidsbemiddeling
arbeid werd aangeboden, welke niet in aanvaard.
Art. 10.
1. Een gemeentebestuur, dat tegen eene beslissing tot
uitkeering als bedoeld in het eerste of derde lid van het
vorige artikel bezwaar heeft, geeft daarvan zoo spoedig
mogelijk kennis aan het bestuur der vereeniging bij aange-
teekend schrijven.
2. Na de kennisgeving in het vorige lid bedoeld, wordt
door het bestuur der vereeniging aan de betrokken ver
zekerde geene uitkeering meer verstrekt.
3. Het gemeentebestuur kan vorderen, dat het naar zijn
oordeel ten onrechte uitgekeerde bedrag binnen een tege
lijkertijd te bepalen termijn in de werkloozenkas worde
teruggestort. Het geeft hiervan op dezelfde wijze als ver
meld aan het slot van het eerste lid van dit artikel kennis
aan het bestuur der vereeniging.
4. Ook de Directeur is bevoegd te vorderen, dat geene
uitkeeringen meer zullen worden verstrekt of dat een uit
gekeerd bedrag worde teruggestort in de werkloozenkas
binnen een door hem te stellen termijn. Het slot van het
vorige lid is hier toepasselijk.
Art. 11.
1. Het bestuur eener vereeniging dat bezwaar heeft
tegen eene beslissing van het gemeentebestuur of van den
Directeur, bedoeld in het vorige artikel, kan daartegen in
beroep komen bij Onzen Minister, die niet beslist, dan na
de in art. 25 vermelde Commissie te hebben gehoord.
2. Zijne beslissing wordt, met redenen omkleed, in de
„Staatscourant' openbaar gemaakt.