27 47 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENEONDS. Dat wijzigingen, welke de vereeniging in een eenmaal goedgekeurd reglement mocht wenschen aan te brengen, de goedkeuring des Ministers noodig hebben om van kracht te kunnen zijn, volgt uit artikel 2. Artikel 4. In het tweede lid is thans, in afwijking van het tot dusverre gebruikelijke stelsel, volgens hetwelk de bijslag der gemeente verband hield met de gedane uitkee- ringen, bepaald, dat het subsidie in verband met de bijdra gen der leden wordt vastgesteld, geheel -dus in overeenstem ming met den inhoud der circulaire van 19 Januari 1916, no. 4672. De afwijking van den regel, dat het subsidie ten hoogste 100 pCt. der bijdragen uitmaakt (zie het derde lid) is slechts als tijdelijke uitzonderingsmaatregel bedoeld. Ook bij het toekennen van een booger percentage is blijkens artikel 26 het hooren van de Commissie van Advies en ten aanzien van kassen, welker werking zich over niet meer dan één gemeente uitstrekt van het betrokken gemeentebestuur noodig. Terwijl volgens bet eerste lid vaststaat, dat de helft van het subsidie aan een vereeniging verleend, voor rekening der gemeenten komt, waar de verzekerde leden dier ver eeniging woonplaats hebben (hetgeen door het vierde lid nader wordt toegelicht) geeft het vijfde aan, op welke wijze die helft over de verschillende betrokken gemeenten wordt verdeeld. Elk dezer gemeenten betaalt een gelijk percen tage aan subsidie op de binnen haar gebied werkelijk inge komen bijdragen. In het normale geval, dat overal de con tributies der leilen behoorlijk inkomen, is dus het aandeel van elke gemeente in de bovengenoemde helft evenredig aan het op haar gebied wonende ledental der bedoelde werkloozeukas. De uitbetaling der subsidiën zal op de volgende wijze kunnen plaats vinden. De Directeur van den Dienst der Werkloosheidsverzeke ring en Arbeidsbemiddeling zal vermoedelijk maande lijks de gegevens omtrent de ingekomen bijdragen, welke van de gesubsidieerde vereenigingen zijn ingekomen, aan de betrokken gemeenten ter verifieering doen toekoinen. Aan de hand dezer geverifieerde gegevens wordt dan het bedrag bepaald (voor elke vereeniging afzonderlijk), dat door het Rijk en de gemeenten als subsidie over het afge- loopen tijdperk is te verleenen. Het bestuur van elke gemeente doet dan het door deze te verleenen betlrag rechtstreeks toekomen aan het bestuur der vereeniging, waarvan de kas uitgaat.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1009