27 49 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Artikel 10. Over dit artikel is reeds in den aanvang gesproken. A r t i k e 1 12. De bedoeling van het hier bepaalde, is er voor te zorgen, dat de verzekering geen middel wordt, om zich bij werkloosheid in een financieel voordeelige positie te brengen. De ontvangsten bij werkloosheid moeten lager •zijn dan die in normale tijden. Zooveel mogelijk moet dus het ontvangen van dubbele uitkeeringen worden belet. Door artikel 12 wordt voorts uitgesloten, dat iemand op A r t i k e 1 11. De in dit artikel bedoelde geschillen tus- schen vereenigings- en gemeentebesturen of tusschen ver- eenigingsbesturen en den Directeur in zake de rechtmatig heid der uitkeeringen en de daaraan verbonden gevolgen, kunnen door den Minister worden beslist, gehoord de in artikel 25 bedoelde Commissie. oe oorzaak zijner werkloosheid onjuist door hem is opge geven of omdat hij geweigerd heeft aangeboden arbeid te aanvaarden, enz. Het betrokken gemeentebestuur, dat krachtens art. 19 met het toezicht op de kassen is belast, wordt van deze be slissingen in kennis gesteld. Het ligt in den aard der zaak dat deze kennisgeving zeer spoedig zal moeten ge schieden. Dat de werklooze verplicht is, passenden arbeid te aan vaarden, blijkt uit den mede hierbijgaanden leiddraad voor de samenstelling van reglementen. Zulke arbeid zal hem veelal worden aangeboden door het orgaan der openbare of daarmede door den Minister gelijkgestelde arbeidsbemiddeling, bij welk orgaan hij zich dadelijk als werkzoekende moet doen inschrijven. Natuur lijk is de werklooze niet verplicht onvoorwaardelijk allen arbeid, welke zoodanig orgaan hem aanbiedt, te aanvaar den, op straffe anders zijn recht op uitkeering te verliezen. Deelt het bestuur zijner vereeniging zijne meening, dat de aangeboden arbeid niet passend was, dan kan dit bestuur beslissen, dat hem uitkeering wordt toegekend of de uit keering aan hem wordt voortgezet. Het bestuur moet dan echter (en natuurlijk ook weer zoo spoedig m o g e 1 ij k) hiervan aan het gemeentebestuur bij gemotiveerde beslis sing kennis geven, opdat dit, zoo het de bedoelde beslissing onjuist acht, op de wijze als bepaald in het volgende artikel kan ingrijpen. Het voorschrift van „motiveering” zal voor komen, dat op losse gronden de door het bovengenoemd orgaan aangeboden arbeid verworpen wordt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1011