27 Art. 4. Art. 5. Art. 6. De Commissie vergadert zoo dikwijls de Voorzitter dit noodig oordeelt of dit door ten minste twee leden wordt verlangd. In het laatste geval is de voorzitter verplicht binnen acht dagen een vergadering te doen uitsehrjjven. Art. 7. De Commissie dient jaarlijks vóór 1 Juli bij Burge meester en Wethouders in een begroeting der kosten, welke aan de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde regeling zijn verbonden en brengt jaarlijks vóór 1 Mei aan Burgemeester en Wethouders een verslag uit over hare verrichtingen ge durende het afgeloopen kalenderjaar, alsmede een gedetail leerde opgave dier kosten over het voorafgaande dienstjaar. De Comissie doet op geregelde tijden aan Burgemeester en Wethouders opgave van de bedragen der subsidies, die door de Gemeente ter uitvoering van de regeling verschul digd zijn. Zij geeft tevens zoo spoedig mogelijk aan Burge meester en Wethouders kennis van de wijzigingen, welke in die bedragen zjin gebracht. De vergaderingen worden door den voorzitter belegd. Besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stem men genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van den voor zitter. Er kan geen besluit worden genomen, tenzij de oproe- Een tusschentijds benoemde treedt af tegelijk met de overige leden. De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een of meer ambtenaren, door Burgemeester en Wethouders te benoemen, te schorsen en te ontslaan. De Comissie doet voor de benoeming van den secretaris, en van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, een aanbe veling aan Burgemeester en Wethouders. De secretaris geniet een door den Raad te bepalen bezol diging. Hij heeft in de vergaderingen der Commissie een raadgevende stem. De Commissie stelt een instructie voor den secretaris vast, welke door Burgemeester en Wethouders moet worden goedgekeurd en aan den Raad wordt medegedeeld. 60 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1022