27
62
VERSLAG GEMEENTELIJK WEKKLOOZENFONDS.
Bijlage IX.
VERZ AMELING 1917.
’s-Gravenhage, 2 Februari 1917.
No. 150.
Werkloosheidsverzekering.
De bij circulaire van den Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel van 22 Augustus 1914 aan de Gemeente
besturen voorgestelde Nood regel i n g in zake werkloos
heidsverzekering, waarmede de Raad dezer Gemeente zich
in zijn vergadering van 7 September 1914 vereenigde, droeg
slechts een t ij d e 1 ij k karakter. Met terzijdestelling van de
bepalingen van het Fondsreglement en van de Kasregle
menten betreffende het bedrag en den duur der uitkeering,
werd in zoo ruim mogelijke mate aan de daarvoor in aan
merking komende leden van werkloozenkassen een recht op
uitkeering verzekerd. De kosten van deze regeling zijn,
voorzoover de daardoor op de werkloozenkassen gelegde
lasten te zwaar worden geacht, geheel door Rijk en Ge
meente gedragen.
Met de verbetering van den algemeenen bedrijfstoestand
werd het wensohelijk en mogelijk om, met behoud van de
door de Noodregeling tot stand gebrachte nationale organi
satie der werkloosheidsverzekering, regelingen te ontwer
pen, die deze organisatie voor normale omstandigheden ge
schikt maken. Daartoe werd in de Noodregeling geleidelijk
wijzigingen gebracht. Zoo werd o.a. bij circulaire van 27
December 1915, Afd. W. V. no. 4520, en van 7 Januari 1916,
Afd. W. V. no. 4626, door den Minister bepaald, dat met
ingang van 3 Januari 1916, voor zooveel mogelijk, de werk
loozenkassen weer de helft van het totale bedrag der uit
keering voor eigen rekening moesten nemen en dat met
ingang van 28 Februari d.a.v. de duur der uitkeeringen
wederom aan het reglementaire maximum zou zijn ge
bonden.
Intusschen deed de Minister van Financiën bij schrijven
van 19 Januari 1916, Afd. W.V. no. 4672, een beroep op ons
College, om na den tegen 1 Mei 1916 verwachten afloop der
Noodregeling mede te willen werken aan de totstandkoming
van een in dat schrijven geschetste nationaal georgani
seerde b 1 ij v e n d e regeling der werkloosheidsverzekering
op den grondslag van het Deensohe stelsel (bijslag niet op
de uitkeeringen aan de werkloozen, maar op de contributiën