I i I n 27 63 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. der leden). Dit schrijven is als Bijlage XXV bij het jaar verslag over 1915 van het Gemeentelijk Werkloozenfonds gevoegd. Overeenkomstig het daaromtrent door het Bestuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds aan ons College uitge bracht advies (zie Bijlage XXVI van genoemd jaarverslag) verklaarden Burgemeester en Wethouders zich in hun aan den Minister van Waterstaat geriehten brief van 29 Februari 1916, no. 2151, Afd. R.A., in beginsel gaarne bereid mede te werken tot het verleenen van blijvenden steun ten behoeve van werkloozenkasseu, en verzochten zij nadere inlichtingen betreffende verschillende punten. Met nadruk bepleitten zij de wenschelijkheid, dat de Gemeenten, die toch ook belanghebbenden zijn, er aanspraak op mogen maken, dat bij het bepalen van den bijslag, de goedkeuring der reglementen enz., haar stem evenzeer gehoord zal wor den als die der kassen. Het op dit schrijven van den Minister ontvangen antwoord, d.d. 4 Mei 1916, no. 5584, Afd. W.V., gaf Burgemeester en Wethouders voorloopig geen aanleiding tot verdere stappen, omdat hun bekend was, dat het ontwerp van de voorgenomen regeling breedvoerige gedachten wisseling in de Verzekeringscommissie van den Werkloosheidsraad uitlokte en het vaststellen van de ont werpregeling geruimen tijd zou vorderen. In verband met dit laatste werd door de circulaire van den Minister van Waterstaat, van 18 April 1916, no. 5488, Afd. W.V., met ingang van 1 Mei d.a.v. een zgn. tusschenregeling, die tot 31 December zou gelden, ingevoerd, welke de reglementen der kassen geheel als grondslag voor de te doene uitkee- ringen herstelde, met uitzondering van het bedrag daarvan, dat op den voet van de Noodregeling bleef gehandhaafd. Het in de circulaire van 19 Jan. 1916 uiteengezette plau voor een nieuwe, nationale organisatie der werkloosheids verzekering op den grondslag van overheidsbijdragen aan de verzekeringskassen in verhouding tot het bedrag der daarin gestorte contributies, is eindelijk definitief be liehaamd in het Koninklijk Besluit van 2 December 1916, Staatsblad no. 522, tot vaststelling van algemeene regelen voor het verleenen van subsidiën ten behoeve van werk- loozenkassen. Dit besluit werd met een toelichting door den Minister van Waterstaat aan het Gemeentebestuur toege zonden met een begeleidend schrijven, waarin deze bewinds man verzocht te vernemen, of de Gemeente bereid is tot de in het besluit vervatte regeling toe te treden. Zoolang deze nieuwe regeling nog niet in werking is ge treden, zal, tengevolge van een ministerieel rondschrijven van 28 December 1916, no. 16851, Afd. W. en A., de tusschen-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1025