29
I
21
VERSLAG DER BRANDWEER.
I
was gevoerd in ijzeren buizen, stak de vlam van een ben-
zinelamp te 7 uur v.m. het jutedoek, waarmede het plafond
bekleed was, om het resoneeren bij het spreken in de zaal
te temperen, in brand. Bliksemsnel grepen de vlammen om
zieb heen en eenige minuten later sloegen zij uit 13 ramen
van de tweede verdieping knetterend naar buiten. De
inmiddels gealarmeerde Brandweer, welke na het alarm,
binnen de minuut van uit het, op nog geen honderd -meter
van den brand gelegen Centraal-Station uitrukte, tastte
met achtereenvolgens, een motorbrandspuit, een haspel
wagen en een stoomspuit met kracht den brand aan. Boven
dien werden telegrafisch nog de volgende bevelen tot uit
rukken gegeven: aan Post Daguerrestraat, om uit te rukken
met een haspelwagen; aan den Hoofdpost te Seheveningen,
om uit te rukken met een stoombrandspuit; aan den Hoofd
post aan den Rijswijkscheweg om uit te rukken met de
motorbrandspuit no. 1.
2 motorbrandspuiten, 2 stoombrandspuiten en 2 haspel
wagens waren dus weldra bij den brand opgesteld.
Hiermede werd de brand van vier zijden met 13 stralen
aangetast; toch dreigde een oogenblik het gevaar,
dat de brand zieb zou uitbreiden, toen hier en daar op
enkele plaatsen de vlammen door het dak begonnen te
lekken. Vooral op dat oogenblik werd aan de voorzijde van
het gebouw het gemis van een vrijstaande ladder gevoeld,
ten einde daar langs een krachtige straal van de motor
brandspuit no. 2 omhoog te kunnen voeren. Door de aan
wezige kabelkokers had het vuur zich intusschen voortge
plant naar de zolderverdieping en hier en daar het dak
reeds aangetast. In verband hiermede werden eenige stra
len naar de zolderverdieping gevoerd. Spoedig kon nu
verdere uitbreiding door het dak voorkomen worden, ter
wijl ook de voortgang langs trapportaal, gangen met
kasten, enz. weldra belet kon worden.
In ongeveer 50 minuten tijds was de feitelijke brand, die
zich aanvankelijk zeer erg liet aanzien, bedwongen. Gerui-
men tijd had de Brandweer echter nog werk op de zolder
verdieping; intusschen werd het materieel, evenzoo het
personeel langzamerhand verminderd, zoodat ten slotte nog
één straal van de waterleiding met eenige bedieniugsman-
sehappen achtergelaten werden.
Nog den geheelen dag en den daarop volgenden nacht
bleef het gebouw, waaruit te 9 uur u.m. de laatste straal
verwijderd was, bewaakt. Een heftige brand kon hier in
zeer korten tijd bedwongen worden en nagenoeg tot den
vuurhaard, de groote telefoonzaal op de 2e verdieping,
beperkt worden, dank zij tal van gunstig samenwerkende