30
I
l
9
VERSLAG WONINGWET.
HOOFDSTUK VII.
Overige verrichtingen tot verbetering der volkshuisvesting.
Art. 46 der Woningwet werd in vier gevallen toegepast
en wel ten aanzien van:
van het in voorbereiding zijnde plan voor den aanbouw
van woningen in het belang der volkshuisvesting aan en
nabij de Jacob-Pronkstraat en stelde een bedrag, groot
f 3150.daarvoor beschikbaar;
e. Op 18 December 1916 besloot de Raad tot den bouw
van 139 huizen, bevattende 551 woningen, 4 winkelwoningen
en 2 winkels, op het aan de Gemeente toebehoorend, voor
de stichting van eene arbeiderswijk bestemd terrein aan den
Trekweg (2e gedeelte).
a. een getimmerte (duiventil) op het dak van het perceel
Paul-Krugerlaan no. 117;
b. een getimmerte (bergplaats) op het open terrein ach
ter- en behoorende bij het perceel Faber-van-Riemsdijk-
straat no. 2/6 hoek Stationsweg;
c. een getimmerte op terrein, kadastraal bekend ge
meente ’s-Graveuhage Sectie A. G. no. 918, gelegen tusschen
de Badhuisstraat en de Heemraadstraat;
d. een getimmerte (afdak) achter perceel Korendijk-
straat no. 41, welke getimmerten ter plaatse voorschreven
waren opgericht, zonder dat voor die oprichting door Bur
gemeester en Wethouders de bij 4 van artikel 44 der
Bouw- en Woon verordening bedoelde vrijstelling van het
bepaalde bij 1 van dat artikel was verleend en ook na de.
waarschuwing, bedoeld bij art. 46.1 der Woningwet, niet op
den bepaalden datum waren verwijderd;
e. een niet aan de Gemeente toebehoorende openbare
straat, kadastraal 'bekend als gemeente ’s-Gravenhage
Sectie R no. 9059 gedeeltelijk, uitkomende aan den Bezui-
denhoutscheweg, waarvan de bestrating van den rijweg
en die van de trottoirs in slechten staat verkeerden, welke
bestratingen ook na de waarschuwing, bedoeld bij artikel
46.1 der Woningwet, niet op den bepaalden datum waren
hersteld.
25. Toepassing van art. 46 der Woningwet.