30A
h
Ook door de Gezondheids-Commissie werd de aandacht op dezen
toestand gevestigd bij schrijven van 1 Juni 1912. Het plan tot op
ruiming was toen reeds in voorbereiding.
Het gedeelte langs de Zeestraat wordt, ter plaatse op de
situatie aangeduid in een spoelleiding opgenomen die ge
bezigd wordt voor het spoelen van Gemeeuteriolen en het
niet daarvoor gebruikte water in den Vijver brengt.
Het gedeelte langs de Javastraat, wordt door een open
watergang, slechts ter plaatse van een straatkruising over-
kluisd, geleid langs de N.O.zijde van het Plein 1813, om zich
door een stuw over te storten op Delflands boezem, waar
van het water langs de Mauritskade deel uitmaakt.
Van het op de situatie aangegeven punt af waar het
Beekwater in een spoelleiding wordt opgenomen, werd de
overwelfde „Beek”, die zich ten deele onder de straat voor
het grootste deel onder de pereeelen aan liet Noordeinde en
Hoogstraat N.O.zijde bevond en verder dwars door de
Gravestraat en het Achterom liep, feitelijk als riool ge
bruikt. Nagenoeg alle panden aan de N.O.zijde van de Zee
straat, Noordeinde, Hoogstraat en van het Achterom, en
buitendien nog andere panden (Buitenhof, Plaats, Kneuter
dijk) loosden op de overwelfde „Beek”. Zij verkeerde, na
reeds bij herhaling was gebleken in zeer bouwvalligen
staat. Een bodem tot afsluiting van den grond was niet
aanwezig. De afvoerstoffen vloeiden zeer langzaam en
onzeker over de oude Beekbedding, drongen uiteraard
grootendeels in den aldus sterk verontreinigden bodem en
kwamen voor een betrekkelijk gering gedeelte, door eenige
aansluitingen terecht op het Gemeenteriool.
Bij voortduring werden klachten over „de Beek” geuit,
zoowel voortvloeiende uit gestoorde loozing als uit ernsti-
gen hinder, die door opstijgende dampen en door ratten die
bij troepen in het Beekgewelf huisden, werd veroorzaakt.
De noodzakelijkheid, ook uit hygiënisch oogpunt van
opruiming van dit „Beek”riool stond daardoor vast.
Een gereede aanleiding om met de opruiming aan te
vangen was de nieuwbouw van een perceel aan het
Achterom in Januari 1911, waaronder zich een overkluisd
18
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
i