30A 28 VERSLAG HOUW- EN WONINGTOEZICHT. -« A. J. M. STOFFELS. ’s-G raven h age, 10 Mei 1917. De Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht: fe. Huisvesting van den dienst. De uitbreiding van de dienstbemoeiïngen o. m. door het inrichten van een woningstatistiek en de daarmede nood zakelijkerwijze gepaard gaande vermeerdering van perso neel hebben er toe geleid, om behalve het gebouw aan de Princessegraeht no. 5, nog in gebruik te nemen het pand Heerengracht no. 56, dat bij ’s Raadsbesluit van den 15en Mei 1916 tot dit doel werd gehuurd. Hoewel op deze wijze eenigermate is tegemoet gekomen aan het zeer nijpend gebrek aan ruimte voor den dienst, is de huisvesting verre van voldoende. Verdeeliug van het personeel en van het archief over twee panden leidt onvermijdelijk, zelfs wanneer, zooals in casu bet geval is, de twee panden vrij dicht bij elkander liggen, tot ernstig tijdverlies, terwijl het voor een behoor lijke organisatie zoo noodige overzicht ontbreekt. Ingrijpende verandering in dien toestand is zeer drin gend noodig. Niet alleen toch lijdt de interne dienst door ruimtegebrek en verdeeliug van de beschikbare ruimte over twee gebouwen, maar het belang van het bouwende publiek, dat voortdurend voorlichting en overleg vraagt, eischt goede voorziening te dezen opzichte. Verschillende uitbreidingen van den dienst, die aan het bouwende publiek en daardoor aan de geheele burgerij in hooge mate te stade zouden komen, moeten worden uit gesteld, totdat de beschikking over voldoende ruimte is verkregen. Zoo ontbreekt nog altijd, een eenvoudig ingericht proef station voor bouwmaterialen, een monsterkamer, een be hoorlijke ruimte voor wachtkamers. Ook de toename van de administratieve werkzaamheden eischt dringend voorziening in het gebrek aan ruimte, dat zich ook voor dit onderdeel van den dienst van het Bouw en Woningtoezicht, op storende wijze doet gevoelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1152