32 b
J.
4
VERSLAG DER BIOSCOOP-COMMISSIE.
I
lijst der afgekeurde
registratie op het bureau kwam het gepleegde bedrog uit.
Bij dergelijke gelegenheid blijkt het nut en de noodzake
lijkheid van den tijdroovenden arbeid der wedergave van
den korten inhoud der films, hetgeen trouwens ook voor
het aanbrengen der voorgeschreven coupures een ver-
eischte is.
Overtreding van de Voorschriften der Commissie wordt
betrekkelijk weinig geconstateerd.
Ook de coupures worden vrij getrouw aangebracht; de
Commissieleden overtuigen zich hier ook zelve van, men
wenscht zoo min mogelijk niet den strafrechter in aanra
king te komen. Geregeld toezicht van de politie, dat blijk
baar zeer wordt gevreesd, blijft natuurlijk voor bet resul
taat van het werk der Commissie van het grootste belang.
Ten einde het mogelijk te maken, dat een film na keuring
door een sub-commissie nogmaals aan het oordeel van een
grooter aantal leden wordt onderworpen, is een keuring in
hooger beroep ingesteld. Tot heden werd de eerste beslissing
steeds gehandhaafd.
Van het instituut werd overigens weinig gebruik ge
maakt. Gewoonlijk blijken de ondernemers, wanneer zij
overtuigd zijn van de onherroepelijkheid van het afkeurend
oordeel der sub-Commissie deze opinie te deelen. Zoo werd
een afgekeurde film zonder eenige aanwijzing der Com
missie door den exploitant omgewerkt: bij de vertooning
bleken ongeveer alle scenes, waartegen de Commissie eerst
bezwaar bad, verdwenen te zijn. Ook neemt de ondernemer
dikwijls uit eigen beweging de film als ongeschikt terug.
Of dit ook zou gebeuren, indien het voorschrift van den
Burgemeester niet bestond, is zeer de vraag.
Ten einde meer eenheid in de beslissing der verschillende
hier te lande werkende keuringscommissies te verkrijgen,
is besloten, dat elders afgekeurde films niet worden toege
laten, tenzij men zich volstrekt niet met het afkeurend oor
deel kan vereenigen. De Commissie van Rotterdam zal op
de eerstvolgende vergadering ,van bioscoopcommissies
voorstellen deze regeling algemeen aan te nemen. Reeds
eenmaal heeft een dergelijke vergadering plaats gehad,
waar ook deze Commissie vertegenwoordigd was. Deze
bijeenkomst had voornamelijk onderlinge kennismaking ten
doel; resultaten had zij nog niet. Wel werd in het algemeen
de wenschelijkheid uitgesproken om’op den duur tot een
algemeene Rijkskeuring van films te komen.
Met Rotterdam wordt wekelijks een
en gecoupeerde films uitgewisseld.
Ook uit andere steden kwamen blijken van belangstelling
voor het werk der Commissie. Speciaal na het bekend wor-