n
34
b.
12
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
C.
d.
e.
meelen aard zich meende te moeten onthouden van het
verleenen van financieelen steun aan het werk van den
Nederlandschen Anti-Oorlog Raad, hoezeer ook de leden
der Kamer individueel warm gevoelen voor het schoone
streven van dien Raad.
Op uitnoodiging van de Nederlandsehe-Handel-Maat-
schappij fungeerde de Voorzitter bij de op 31 Juli gehou
den verkiezing van een Commissaris en een Commissaris
plaatsvervanger voor genoemde Maatschappij als voor
zitter van het kiescollege.
Voorts werd hij in het afgeloopen jaar door de Arron-
dissements-Rechtbank alhier benoemd tot arbiter in een
arbitragezaak. De heer Borghols werd uitgenoodigd zitting
te nemen in de Commissie van Bijstand voor de Gemeente
lijke distributie.
Ook dit jaar werden do.or den Secretaris regelmatig
certificaten of verklaringen afgegeven, welke voornamelijk
betrekking hadden op:
de geloofwaardigheid van te ’s-Gravenhage gevestigde
firma’s, met betrekking tot de bestemming van door
hen uit het buitenland te importeeren artikelen;
overzee te verzenden goederen van niet Nederlandschen
oorsprong:
het doel der reis van naar Duitschland voor zaken
vertrekkende handelaars of industrieelen;
de noodzakelijkheid of wenschelijkheid van zakenverlof
voor gemobiliseerde bedrijfsleiders of ondergeschikten;
het bekend staan van den aanvrager als uit te oefenen
een bepaalden handel of bedrijf, noodig voor het ver
krijgen van een uitvoerconsent of om te kunnen deelen
in een distrihutieregeling.
De certificaten of verklaringen werden slechts aan te
goeder naam bekend staande en te ’s-Gravenhage geves
tigde firma’s of personen verstrekt, zoo noodig na het
inwinnen van informaties ter plaatse als elders en eerst
na afgifte van behoorlijke schriftelijke verklaringen hun
nerzijds aan de Kamer van Koophandel. Evenals het
vorige jaar moesten ook dit jaar herhaaldelijk verklarin
gen geweigerd worden.
In verband met de veelal tijdroovende onderzoekingen
en onkosten, welke aan de afgifte verbonden zijn, besloot
de Kamer tot den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel het verzoek te richten, te willen bevorderen, dat
in den vervolge hiervoor van belanghebbenden vergoeding
zou kunnen worden gevorderd. Bij Koninklijk Besluit van