I 1 I 36 8 Voorts werden van het Bouw- en Woningtoezicht de volgende berichten ontvangen: Een in slechten staat verkeerende mestput tuin de Hooikade is op last van Burgemeester en Wethouders opgeruimd. Éen mestverzameling in een tuin aan de Van Stolklaan is door bemoeiing van genoemden dienst verwijderd. Ten opzichte van een mestvaalt aan de overzijde van de Loosduinsche vaart, voornamelijk bestaande uit groentenafval, vond de Directeur geen aanleiding tot ingrijpen. Een put in den tuin van het Vredespaleis, gebruikt voor het verzamelen van huisafval, enz., waarover door omwonenden was geklaagd, is, op aandrang van ge noemden dienst, behoorlijk afgesloten door middel van ijzeren luiken. Het aantal beerputten, die blijkens de laatste beschik bare gegevens, te weten tot 1 Januari 1916, door de Openbare Reiniging geledigd werden, bedroeg in 1915: 624, tegen 790 in 1914. Het aantal tonprivaten vermindert nog steeds eeniger- mate, althans in de stad. Hier bedroeg het aantal ge plaatste tonnen in 1915: 67, tegen 76 in 1914. In 1907 was dit aantal nog 612. In Scheveningen waren in 1915 geplaatst 386 tonnen, tegen 388 in 1914. gedaan om den hinder, welken omwonenden onder vinden, zooveel doenlijk te bestrijden. Bovendien zal door den dienst van de Gemeenterei- niging het drijvend vuil in het z.g. „Haventje” op ge regelde tijdstippen worden opgeruimd.” Uit deze mededeeling blijkt, dat door de bemoeiing van het Gemeentebestuur voor het vervolg verbeteringen zijn verkregen. C. Verontreiniging van de lucht. (Stank can fabrieken, enz.) In het vorig Jaarverslag is vermeld, dat de Commissie slechts voorwaardelijk gunstig kon adviseeren omtrent VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1290