36 11 D. Beg raa [plaatsen i Het Gemeentebestuur vroeg advies omtrent een ver zoek van het Parochiaal Bestuur der Roomsch-Katholieke Begraafplaats om verlof tot het aanleggen van eene bijzondere begraafplaats voor het begraven van Roomsch- Katholieken op een terrein nabij de Binckhorstlaan. De Commissie berichtte: „Naar onze meening is het terrein, uit een hygiënisch oogpunt beschouwd, zeer ongunstig gelegen voor den aanleg van een begraafplaats. Het grondwater stroomt af in de richting van de bebouwde kom en de in de nabijheid gelegen weteringen bevorderen die afstrooming nog. De omstandigheid, dat het peil van het grondwater nagenoeg aan de oppervlakte van het terrein is gelegen, maakt, dat dit bezwaar zeer ernstig moet worden geacht. „Verdere bezwaren tegen dit terrein zijn, dat het grenst aan de dichte stadsbebouwing en binnenkort geheel binnen de bebouwde kom zal komen te liggen, hetgeen slecht past bij de rust, die men zich gaarne op en om een begraafplaats denkt. „De aanwezigheid van de begraafplaats met de- daar omheen gelegen strook van ‘>0 M. diepte, waarop volgens aangevoerd en ter plaatse van de ingewanden ontdaan. Dit veroorzaakte wel eenigen onaangenamen reuk, maar niet in die mate, dat de Commissie aanleiding kon vinden voor verdere stappen. Een bewoner der Soetensstraat klaagde over den stank, veroorzaakt door rixchafral, die op de Seinpost- kade ter inlading lag. Bij onderzoek bleek, dat het afval reeds op bevel der politie was weggeruimd. Een andere klacht had betrekking op vischafval in een kelder aan den Noordwal. Door bemoeiing van het Bouw- en Woningtoezicht werd het afval verwijderd en, ter voorkoming van herhaling, de opening, waardoor het afval in den kelder werd geworpen, dichtgemaakt. Nog kwam van een bewoner der Binckhorstlaan een klacht in omtrent stank, afkomstig van vaten met vischlever, die op een terrein aldaar werden geborgen. Het Bouw- en Woningtoezicht kon bij zijn onderzoek geen stank ontdekken. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1293