36 22 Wethouders hebben intusschen hun E. Behandeling ran klachten; verbetering onbewoonbaar verklaring. Ook dit jaar weder werden de ingekomen klachten allereerst in handen gesteld van den deskundige der Commissie voor voorloopig onderzoek. Bij dit onderzoek bleek somtijds, dat de klacht öf geheel ongegrond was, woonbaar verklaarde woningen moesten ontruimen. Burgemeester en Wethouders achtten de ervaring, met dit stelsel opgedaan, niet gunstig en wenschten thans de voorkeur voor de bedoelde gezinnen niet langer te handhaven. De Commissie maakte tegen dit voornemen bezwaar. Na herinnerd te hebben aan de voorgeschiedenis dezer zaak, betoogde zij, dat, met het oog op de vele ont ruimingen. die in deze omgeving nog zouden moeten volgen, de bedoelde woningen beschikbaar moesten worden gehouden om telkens een groep onthuisde ge zinnen op te nemen, totdat deze naar andere woningen konden overgaan. Burgemeester en voorstel staande gehouden, dat door den Gemeenteraad is aangenomen. c. Verdere adviezen. Tweemaal werd geadviseerd over grondaankoop door de Gemeente in het belang der volkshuisvesting, beide malen in gunstigen zin. In een dezer gevallen vestigde echter de Commissie de aandacht op den minder ge lukkigen vorm van het terrein en verklaarde, slechts gunstig te kunnen adviseeren in het vertrouwen, dat de bebouwing zoo zou worden ontworpen, dat, zij het desnoods met eenig verlies van terrein, een voldoende toetreding van licht en lucht tot alle vertrekken zou zijn verzekerd. Het plan voor de bebouwing van laatstgemeld ter rein, door de Woningbouwvereeniging „De Goede Woning”, werd in het laatst des jaars ontvangen. Advies kon hierover in 1916 niet meer worden uitgebracht. Een plan voor de bebouwing van het andere terrein kwam tot dusverre niet bij de Commissie in. van woningen VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1304