36 25 52 gevallen Totaal 1 geval 1 4 gevallen 58 gevallen In de ernstigste gevallen ten slotte stelde de Com missie aan het Gemeentebestuur ingrijpen krachtens de Woningwet voor. Zoo werden in het verslagjaar de volgende voor stellen tot onbewoonbaarverlilaring gedaan 1. De beide bovenwoningen in het pand Korten- bosch 48 bleken bij onderzoek in zeer slechten toestand te verkeeren. De gebreken betroffen met name de trap, de vloeren, den als slaapplaats gebruikten zolder, de benedengang en het gemeenschappelijk privaat, terwijl bovendien de onderhoud stoestand in het algemeen slecht was. Overeenkomstig het voorstel der Commissie, waar mede Burgemeester en Wethouders zich hebben ver- eenigd, heeft de Gemeenteraad de onbewoonbaarver- klaring uitgesproken. 2. Een tweede voorstel der Commissie betrof de hofjeswoningen, plaatselijk genummerd Zuid-Buitensingel 222 tot en met 253. Hier bleek de toestand van de beneden vloeren, de trasramen, het houtwerk en het metselwerk slecht, terwijl de onvoldoende hoogte der vertrekken, de ligging der privaten, de toestand van de bestrating, de rioleering en de afvoeren der daken verdere gebreken vormden. Burgemeester en Wet houders stelden dienovereenkomstig aan den Gemeente raad de onbewoonbaarverklaring voor, doch berichtten nader aan de Commissie, dat zij de behandeling van dit voorstel hadden uitgesteld, met het oog op het door den eigenaar te kennen gegeven voornemen om de bedoelde woningen, zoomede eenige daaraan grenzende, eveneens in slechten toestand verkeerende panden, geheel te verbouwen. Het Gemeentebestuur stelde in zijn schrijven van 31 Maart aan de Commissie de vraag', of zij er zich mede kon vereenigen, dat een beslissing op het voorstel werd opgeschort voor een tijdvak van Overgebracht leven (er was op zolder een timmermanswerkplaats ingericht) Vuile bewoning Overbevolking VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1307