36
34
HOOFDSTUK IX.
Drinkwatervoorziening.
De maandelijks door Burgemeester en Wethouders
toegezonden uitkomsten van de onderzoekingen van het
drinkwater, verricht door den Gemeentelijken Keurings
dienst, gaven ook dit jaar geen aanleiding tot bijzondere
opmerkingen.
„Door het bovenvermelde is tevens onze aan
dacht gevallen op de meer algemeene vraag van
de watervoorziening der perceelen, die niet aan
de Gemeentelijke Duinwaterleiding zijn aangesloten.
Het aantal dier perceelen blijkt niet uit de jaar
verslagen der Duinwaterleiding, doch zal, naar wij
vermoeden, niet onbelangrijk zijn. Wij overwegen,
of er voor ons aanleiding kan zijn ter zake eenige
stappen te doen, doch hebben gemeend, ons eerst
te moeten vergewissen, of deze zaak wellicht reeds
bij Uw College in behandeling is, waaromtrent wij
hopen dat U ons wel zult willen inlichten.”
Naar aanleiding van het voorkomen van vier ge
vallen van febris typhoïdea in een volkslogement aan
de Zuilingstraat, dat het drinkwater bleek te ontleenen
aan een pomp, verzocht de Commissie aan Burgemeester
en Wethouders om inlichting, of de hoedanigheid van
het water, afkomstig uit de bedoelde pomp, reeds, hetzij
vroeger of nu, van Gemeentew’ege was onderzocht. Zij
voegde hieraan toe:
In hun antwoord deelden Burgemeester en Wet
houders mede, dat het bedoelde perceel, op aandrang
van het Bouw- en Woningtoezicht, in verschillende op
zichten verbeterd en thans ook aan de Duinwater
leiding aangesloten was. Een onderzoek naar den toe
stand in andere volkslogementen was mede by genoemden
diensttak aanhangig. De meer algemeene vraag naar
het aantal der niet aan de Duinwaterleiding aangesloten
perceelen meende het College zonder een voorafgaand
uitgebreid plaatselijk onderzoek niet met juistheid te
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.