36 r 56 Bijlage zweminrichting. 's-Gravenhage, 22 September 1916. Sedert eenigen tijd heeft onze Commissie, overtuigd van liet groote belang, dat verbonden is aan het bestaan van ruime gelegenheid tot baden en zwemmen voor de breede lagen der bevolking, het vraagstuk van de uitbreiding dier gelegenheid hier ter stede in studie genomen. Voorgelicht door een daartoe ingestelde Stib-Commissie uit haar midden, is zij daarbij gekomen tot de volgende beschouwingen en voorstellen, die zij de eer heeft bij dezen in l'we welwillende aandacht aan te bevelen. Het nut van de bevordering van het baden en zwemmen niet slechts door de schooljeugd, maar door de volksklasse in het algemeen, zoo mannen als vrouwen, behoeft geen nader betoog. Dat ook Uw College daarvan doordrongen is. bljjkt uit de oprichting van volks- en schoolbaden op ver schillende punten dezer stad. Onze Commissie juicht dit streven toe, doch is van meening. dat in die richting nog veel meer behoort gedaan te worden. In alle volkswijken dienen volksbadinrichtingen aanwezig te zyn. Als buurten, waar de oprichting daarvan in de eerste plaats gewenscht is, meent de Commissie te mogen aangeven: den ointrek van de Sumatrastraat, Wyk VII, Nieuwe Haven, Geuzen wijk. Voorts verdient het aanbeveling, dat aan alle nieuw te stichten arbeiderswijken, hetzij dit geschiedt van Gemeente wege, hetzij door woningvereenigingen, een volksbad ver bonden wordt ten dienste van de bewoners van zulk een woningcomplex. Intusschen dient het zwemmen niet minder te worden aangemoedigd dan het baden. En nu heeft het ons getroffen, dat hiertoe in deze gemeente, behalve in het alleen gedu rende de zomermaanden geopend volkszeebad. te Scheve ningen, feitelyk geen gelegenheid aan het volk geboden wordt. De hernieuwde overweging van het vraagstuk heeft onze Commissie bevestigd in hare overtuiging, dat de inrichting van zwemplaatsen in de open lucht zeer wenschelyk zou zyn en zy meent dan ook, dat voortdurend het oog moet gericht blijven op de vraag, of het niet mogelyk zou zyn, ook hier ter stede daartoe te geraken. Intusschen is die mogelijkheid ons tot dusverre nog niet mogen blijken. De daarvoor in aanmerking komende wateren zyn toch öf te zeer vervuild (als de Trekvliet en het daarmede samen- Sehryven in zake volksbad- en VERSLAG DEK GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1334