i
I
1
hl
57
36
I
';ÏB
I
hangende Laak-water) öf de waterverversching is er niet
voldoende (als in de spranken aan den Kweekerjjweg en
achter de remise der H. T. M. aan de Laan van Meerdervoort
en de breede waterkom aan de Haringkade, waarop vóór
eenige jaren reeds door het Bestuur der Haagsche Zwem
en Poloclub de aandacht van het Gemeentebestuur is ge
vestigd).
Als middel tot voldoening aan de behoefte aan gelegen
heid tot zwemmen komt dus voorshands alleen in aanmer
king een overdekte Volkszweminrichting met daaraan ver
bonden douche-inrichting gelijk er een voor meer gegoeden
aan de Mauritskade bestaat, een inrichting, die bovendien
het groote voordeel biedt, dat zij in alle jaargetijden bruik
baar is.
De vraag is bij ons gerezen, of het niet aanbeveling zou
verdienen, het terrein voor een dergelijke inrichting te
kiezen in de omgeving van de Electrische Centrale, de
Gemgentegasfabriek en eventueel ook de vuilverbranding.
De stoom uit die Gemeentebedrijven zou dan indien
dit technisch mogelijk mocht blijken, wat wij niet durven
uit te maken gebezigd kunnen worden om het water
der Zweminrichting op temperatuur te houden. Voorts heeft
dit terrein het voordeel der ligging in de onmiddellijke
nabijheid van grachtwater, waarop de inrichting haar water
kan loozen, terwijl het tevens het middelpunt wordt van
een volkswijk en ook van andere punten der stad, zelfs van
Seheveningen, gemakkelijk per tram bereikbaar is.
Het is dan ook geen wonder, dat vroeger reeds van
particuliere zijde het plan is geopperd op dit terrein, het
z.g. kleine Veentje, een volksbad- en zweminrichting te
stichten. En naar onze Commissie is gebleken, zijn ook van
Gemeentewege daartoe strekkende plannen ontworpen, ter-
wyl de daarvoor bestemde plaats, op den hoek van de
Marnixstraat, ook thans nog beschikbaar is.
Het benoodigde water zou deze inrichting moeten be
trekken uit den bodem, door middel van Nortonpompen.
Deze verschaften ook water aan de zwem- en badinrichting
aan de Mauritskade en aan het gemeentelijk slachthuis en
wel in overvloedige hoeveelheid, gelijk uit inlichtingen, door
ons bij den Directeur van het slachthuis ingewonnen, ge
bleken is, terwyl de hoedanigheid van dit water na ont-
(jzering niets te wenschen overlaat.
Met het oog op het gevaar voor vervuiling van het water,
waaraan de bassins van zweminrichtingen steeds blootstaan
en waarop in de, op 17 Juni j.l. te Utrecht gehouden, 14de
Conferentie der Nederlandsche Vereeniging voor Volks- en
Schoolbaden door den Voorzitter Dr. Rüysch in zijn openings-
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
1(8
31
i
H|