I
■s
i
f 1
I
1
1
I
j
U
V
'i
Bijlage 3
Leden.
JAARVERSLAG van de Schoonheidscommissie
voor de Gemeente ’s-Gravenhage over 1916.
H
ai
Op 31 December 1915 waren aan de beurt van aftreden de
leden W. van Boven en Prof. Th. K. L. Sluyterman, terwijl
één vacature bestond.
In de plaats van beide aftredende leden werden door
Burgemeester en Wethouders aangewezen de heeren: Prof.
Ir. J. A. G. van dei’ Steur en Jb. C. van Dorsser, architect
te ’s-Gravenhage, terwijl door het bestuur van de Maat
schappij voor Bouwkunst, Vakvereeniging voor Nederland-
sche architecten, voor de bestaande vacature wend aange
wezen de heer Ir. A. Broese van Groenou, architect te
Wassenaar.
Dientengevolge was de samenstelling der Commissie
tijdens het verslagjaar als volgt:
Prof. Ir. J. A. G. van der Steur, lid en voorzitter.
Joh. Mutters Jzn.,
H. van der Kloot Meyburg,
Jb. C. van Dorsser,
Ir. A. Broese van Groenou,
Ir. P. Bakker Schut, Secretaris.
Door de Commissie werden gedurende dit jaar 23 ver
gaderingen gehouden.
Omtrent 101 aangelegenheden werd door Burgemeester
en Wethouders het advies der Commissie gevraagd; om
trent 100 dezer zaken W’erd advies uitgebracht, alsmede
omtrent 3 gevallen, die aan het einde van het vorig verslag
jaar nog in behandeling waren.
Veelal werden de plannen vóór de officieele inzending
aan Burgemeester en Wethouders door de betrokken
architecten aan het oordeel der Commissie onderworpen,
waardoor voor de betrokkenen veel moeite en tijd werd
bespaard.
Tot haar leedwezen moest de Commissie constateeren, dat
een wijziging van de Bouw- en Woonverordening, als in
haar vorig jaarverslag bedoeld, (opneming van een artikel,
voorschrijvende dat alle bouwwerken moeten voldoen aan
welstandseischen) in dit jaar nog niet tot staml kwam. Het
resultaat van de bemoeiingen der Commissie kan dan ook
i
- -
3'1