I I Byiage 38 A Bestuur. Personeel. Badinrichtingen. VERSLAG van de Vereeniging „Volksbad” te ’s-Gravenhage, over het jaar 1916. Gedurende het jaar 1916 werd er wederom zeer druk gebruik gemaakt van de beide ouder het beheer der Ver eeniging staande badhuizen. Het aantal baden steeg tot een totaalcijfer van 155.782 n.l. 83.036 aan den Zuid-West- Buitensingel en 72,746 aan de Jan van Goijenstraat. Ingevolge Art. 8 onzer statuten hebben wij de eer U hierbij het verslag van de werkzaamheden der Vereeniging „Volksbad” aan te bieden. i. Het personeel bleef met veel toewijding zijn ambten ver vullen. Ongeveer medio Juli ging de badknecht van de in richting aan de Jan van Goyenstraat over in dienst der Gemeente en werd vervangen door J. van der Made, in wien het Bestuur een goede hulp meent gevonden te heb ben. De badmeester J. Visser a.d. Zuid-West-Buitensingel bleef gemobiliseerd, en zijne betrekking werd evenals het vorige jaar waargenomen door zijn zoon J. Visser Jr. Het Bestuur onderging in zooverre eenige wijziging dat de vacature ontstaan door het bedanken van den heer ten Have in den loop van dit jaar niet vervuld werd. Het bleef dus samengesteld als volgt: Dr. W. P. Ruysch, voorzitter; H. C. van Ruyven, ondervoorzitter; Mej. A. M. Douwes Dekker, secretaresse; B. J. Paardekooper, penningmeester; Mevrouw W. C. F. FurnéeRuysch en W. van Boven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1351