I B i I BUlage 42 VERSLAG betreffende het Koninklijk Instituut van Ingenieurs over 1916. h I Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs nam dit jaar weder belangrijk in ledental toe. Telde het bij den aanvang van 1916 11 eereleden, 1712 gewone leden, 392 buitengewone leden, te zamen 2115 leden, waarvan 360 behoorden tot de Afdeeling „Nederlandsch-Iudië”, op 1 Januari 1917 waren deze getallen 11 eereleden, 1847 gewone leden, 391 buiten gewone leden, te zamen 2249 leden, waarvan 429 behooren tot de Afdeeling Nederlandsch-Indië. Door den dood ontvielen het Instituut dit jaar 1 eerelid, dr. ir. G. van Diesen, 12 gewone leden en 2 buitengewone leden. In de Instituutsvergadering van 24 Juni werd tot eere lid benoemd het lid ir. P. H. Kemper, oud-hoofdinspecteur- generaal van den Rijkswaterstaat, oud-president van het Kon. Instituut van Ingenieurs. De Raad van Bestuur voor 1917 is samengesteld als volgt: D. Croll, president; H. J. E. Wenckebach, vice- president; Ir. M. Ypelaar, penningmeester; Ir. J. Muys- ken; Ir. J. C. Ramaer; Dr. ir. G. W. van Heukelom; Ir. J. A. Stoop; Ir. G. J. Th. Bakker; J. Gualthèrie van Weezel; Ir. F. Smit, president van de Afdeeling voor Werktuig en Scheepsbouw; Ir. C. L. van der Bilt, president van de Afdeeling voor Electrotechniek; Ir. II. P. Maas Geestera- nus, president van de Afdeeling voor Spoorwegbouw en Spoorwegexploitatie; Ir. S. G. Everts, president van de Afdeeling voor Bouw- en Waterbouwkunde; Ir. R. A. van Sandiek, algemeen secretaris. De vergaderingen van het Instituut en de verschillende Afdeelingeu werden druk bezocht. In de instituutsvergaderingen kwamen verschillende onderwerpen aan de orde, zooals: de door het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening ingestelde geo-hydrologische onderzoekingen in verschillende duingebieden; de opium- fabricage in Nederlandsch-Indië; de Boro Boedoer-tempel op Java; de electriciteitsvoorziening in Nederland. In de vergaderingen der Afdeelingeu werden de vol gende onderwerpen behandeld: een tunnel onder het Y voor spoorwegverbinding; de bouw der fabriek „Werk spoor” te Zuilen en het tuindorp „Elinkwjjk”; de ligging van het tramspoor in het verharde straatoppervlak; het eleetrische hoofdhulpgemaal bij Uitdam; de Nederlandsche 9 i b 1’ I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1369